Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Geen last meer van allergieën

De Christian Science Heraut - 5 juli 2022

Oorspronkelijk gepubliceerd in de mei 2011 editie van The Christian Science Journal.


 Mijn hele kindertijd en ook nog toen ik al volwassen was, werd ik vreselijk geplaagd door allergieën. Er was veel in mijn omgeving dat extreme reacties veroorzaakte – maar het meest desastreus voor mij was mijn reactie op katten. Als kind had ik een grote rode kat die Timmy heette. Ik was dol op Timmy, maar als ik dichtbij hem zat kostte me dat uren van ellende en als ik hem aaide waren de gevolgen bijna rampzalig.

Ik ben opgevoed in een Christian Science gezin en wij waren gewend om problemen effectief op te lossen door gebed. Door de jaren heen ben snel genezen van veel kinderziekten, inclusief mazelen en kinkhoest, en van een blindedarmontsteking. Ook over deze allergische reactie baden mijn ouders met mij en wij riepen de hulp in van een Christian Science practitioner. Gedurende deze periode leerde ik veel over God en de waarheid van het geestelijk zijn, maar het leek dat ik het idee dat deze allergie op een of andere manier deel van mijn identiteit uitmaakte, niet los kon laten. Er vond geen onmiddellijke genezing plaats.

Toen ik opgroeide stopte ik met bidden betreffende de situatie en leerde om de conditie te beheersen: ik vermeed katten, mijn man verwijderde onze ligusterstruiken om hun pollen te elimineren en ik bleef onder bepaalde weersomstandigheden binnen. Toen wij naar Afrika reisden droeg ik zelfs een gezichtsmasker. Gedurende deze tijd dacht ik nog steeds aan mijzelf als aan een Christian Scientist. Maar ik leefde er niet echt naar. Ik studeerde zelden en was helemaal niet serieus met het in prakijk brengen van de waarheden die mij geleerd waren.

Tijdens een zomer ging ik op een korte vacantie met mijn zoon, die toen nog een babytje was, en een vriendin. Op de terugweg maakten wij een stop bij het huis van mijn ouders om een paar dagen met hun door te brengen. Toen we aankwamen, ontdekte ik dat mijn moeder de kat van mijn zus te logeren had. Ik hield van Poss – hij was echt een personage – maar ik kwam nooit in zijn buurt want hij was zo’n grote fluffy kat die heel erg verhaarde. Ik besloot er het beste van te maken, maar toen ik die avond naar mijn slaapkamer ging vond ik Poss slapend op mijn bed. Ik zette hem buiten de deur en ging naar bed terwijl ik probeerde vast te houden aan de waarheden waar ik jarenlang steun aan had gehad. Ik wist dat al Gods schepselen nuttig en onschadelijk zijn (zie Wetenschap en Gezondheid, blz. 514) en dat ik leefde in een “levenssfeer van Liefde en licht” (Gezangboek van Christian Science, nr. 144), niet in een atmosfeer van de stof. Maar terwijl ik deze waarheden in mijzelf herhaalde, luisterde ik meer naar het getuigenis van mijn lichaam dan naar de waarheden die ik verkondigde, en ik kon mijn angst niet tot bedaren brengen.

Binnen tien minuten nadat ik naar bed was gegaan, kon ik nauwelijks ademhalen. Ik was zo overweldigd door de fysieke symptomen dat de enige oplossing die ik kon bedenken, was inpakken en vertrekken – met mijn baby en mijn vriendin de drie uur durende rit naar huis maken. Maar het was bijna 11 uur en ik wist dat het niet wijs was om dit te ondernemen. Ik voelde me wanhopig. Schuldgevoelens stroomden mijn bewustzijn binnen – gevoelens die ik stilletjes al lange tijd herbergde. Wat was ik voor iemand dat ik zo gekweld werd? Ik kon onmogelijk het geliefde kind van God zijn als ik zo leed. Ik ben vast  geen goede Christian Scientist, redeneerde ik, ik heb veel genezingen meegemaakt en toch lijd ik nu een nederlaag.

Temidden van deze mentale verwarring, hoorde ik een stem in mijn hoofd – niet de gebruikelijke stem zoals wanneer ik met mijzelf praat. Deze stem was sterk en kalm en vastberaden en overstemde het mentale tumult dat ik produceerde. Die stem zei: “IK BEN DIE IK BEN” (Exodus 3:14). Dit bracht mijn gedachten tot staan. Ik had deze zin vaak gelezen in de Bijbel, maar de betekenis ervan was nog nooit zo bij me binnengekomen als toen.

Op dat moment verdween elk idee dat ik een zelfstandig, van God gescheiden persoon was die op een of andere maner in staat was iets te ervaren waar God geen weet van had. ik zag duidelijk dat God alles was en er geen ander leven en bewustzijn bestond. Er was alleen God, bewezen door de mens; God was het enige bewustzijn. Ik begreep volkomen dat ik geen zelfbestaan bezat, gescheiden van God. Ieder element van mijn wezen was godgelijkend. Ik was één met Hem. De enige “Ik” die bestaat, is God.

Toen ik deze conclusie had getrokken, was ik me niet meer bewust van mijn fysieke conditie. Ik was me alleen bewust van mijn eenheid met God. Plotseling wist ik wat Jezus bedoelde toen hij zei: “Ik en de Vader zijn één” (Johannes 10:30) en wat hij bedoelde toen hij zei “Zalig zijn de armen van geest, want van hun is het Koninkrijk der hemelen” (Mattheüs 5:3). In mijn uiterste nood werd ik nederig en was ik bereid om te luisteren. Toen ik luisterde gaf God mij het antwoord dat ik nodig had. Meteen voelde ik me totaal geliefd, totaal beschermd, bewaakt –  en genezen. Ik viel in slaap en sliep als een roos tot de ochtend.

Sinds dat ogenblik heb ik niet één keer meer last gehad van allergieën. Ik was volkomen genezen. De afgelopen vijftien jaar heb ik katten gehad, en de omgeving, seizoenen of het klimaat hebben me niet de minste last bezorgd. Bovendien ben ik me nu veel sterker bewust van wie ik ben. Als ik tegenwoordig het woord ik gebruik, doe ik dat met meer respect – bewust van aan wie Ik refereert. Ik let er op dat ik “de Naam van de HEERE niet ijdel gebruik” (Exodus 20:7) en Hem (dus ook mijzelf) niet aansprakelijk stel voor disharmonische situaties.

Dit begrijpen van wie ik werkelijk ben, heeft mij al die jaren kracht en moed en nederigheid gegeven en ik ben hier oprecht dankbaar voor. Ook ben ik dankbaar voor de vele andere genezingen die ik heb ondervonden door het toepassen van de leer van Christian Science.

Deborah Packer
Cranbarra, Australië

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.