Heb jij goede voornemens voor het nieuwe jaar? Ik wel. Zoals iedereen die geïnspireerde voornemens maakt, wil ik het altijd beter doen in het nieuwe jaar.
Dit jaar besluit ik meer te erkennen en aan te tonen van mijn goddelijke erfenis – de onbeperkte goedheid van God. Ik neem mij voor mijn gedachte, mijn handelen en wandelen te verfrissen door bewust te vertrouwen op Gods altijd aanwezige wet van het goede. En ik neem mij voor dit groots aan te pakken, vooral wanneer het op wereldvrede aankomt.
Hier is de vraag: Houden wij ons aan dit voornemen in de komende 12 maanden, of op minder intimiderende en meer liefdevolle wijze – van moment tot moment?
Onlangs, terwijl ik autoreed, viel mij een boodschap op van een kerkelijk aanplakbiljet over beslissingen: “Wees nooit bang om een onbekende toekomst toe te vertrouwen aan een welbekende God.” Het zette mij aan het denken over het verlangen door de geschiedenis heen om God te kennen en te vertrouwen in ons leven. Voor mij leidde dit tot de vraag: Hoe kunnen wij God werkelijk “kennen” – en wie is de God die wij kennen?
We leren in de Bijbel en de geschriften van Mary Baker Eddy dat Jezus de oneindige, altijd aanwezige God kende en vertrouwde. Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift geeft het geheim prijs voor deze vastberadenheid: “… gesel en kruis wachtten de grote Leermeester. Toch week hij niet van zijn weg af, wel wetend, dat gehoorzaamheid aan de goddelijke orde en vertrouwen op God ons besparen op onze schreden terug te moeten keren en de weg van zonde naar heiligheid opnieuw af te moeten leggen” (blz. 20).
Hij “week niet af.” Dat was omdat Jezus God identificeerde als Liefde, de altijd aanwezigheid van het goede, dat alle angst overwint en geen twijfel toelaat.
Wanneer wij besluiten niet af te wijken – God van moment tot moment te vertrouwen, kunnen wij alle oude opvattingen over een straffende, offers eisende God achter ons laten en rusten in het kennen van de God, die Jezus ons bekend heeft gemaakt: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen” (Mattheüs 5:17). Hij definieerde God als het Leven zelf: “En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt” (Johannes 17:3).
Ik vroeg mij vaak af waarom Jezus zichzelf in de vorige aanhaling toevoegde, totdat ik begreep dat Jezus onderwees door een voorbeeld te geven. Wetenschap en Gezondheid verheldert dit: “Hij volbracht zijn levenswerk op de juiste wijze, niet alleen uit rechtvaardigheid jegens zichzelf, maar ook uit barmhartigheid jegens stervelingen – om hun te tonen, hoe zij hun levenswerk moeten verrichten, maar niet om dit voor hen te doen of hen ook maar van een enkele verantwoordelijkheid te ontheffen” (blz. 18). Toen Jezus zichzelf toevoegde, gaf hij ons praktisch onderwijs voor vandaag – de dag waarin we besluiten een liefdevolle, almachtige God te kennen en ons naar die goddelijke aanwezigheid te wenden voor de ontvouwing van het goede in onze dagelijkse ervaring.
Jezus wilde dat zijn volgers – dat zijn wij – de verbinding zouden maken van het menselijke met het goddelijke en erkennen dat God werkzaam is in ons dagelijks leven; dat er geen menselijke organisatie of manipulatie nodig is – of menselijke voornemens. Hij leerde ons het wetenschappelijke begrip te accepteren van God als oneindig Leven, tot uitdrukking gebracht en gevoeld in de individualiteit van eenieder van ons.
Mary Baker Eddy schreef over goddelijke eenheid: “De Bijbel verklaart, dat allen die geloven tot ‘koningen en priesters voor God’ worden gemaakt. De buitenstaanders hebben deze wet van de Christus toen niet begrepen en begrijpen die ook nu niet; daarom kunnen zij Gods genezingsmacht niet demonstreren. Evenmin kan men deze openbaarwording van Christus begrijpen voordat het goddelijk Beginsel ervan wetenschappelijk begrepen wordt” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 141). “Wetenschappelijk begrepen”? Dat betekent, dat het moet worden bewezen.
Wanneer ik vermoeid ben en in de verleiding kom om mij zorgen over de toekomst te maken, beurt het leven van Jezus mij op. Maar ik zal mezelf er ook zeker aan herinneren dat het erkennen van de vele specifieke bewijzen van goddelijke leiding in mijn eigen ervaring, hard nodig zijn voor geestelijke kracht. Eerstehands bewijs is essentieel – evenals bewijs wordt verlangd voor de uitslag in een rechtszaak – om voor onszelf vast te stellen dat wij God “kennen”. Daarna kunnen wij aanspraak maken op wat Mary Baker Eddy op de eerste bladzijde van Wetenschap en Gezondheid verklaarde: “Wat anderen ook over dit onderwerp mogen zeggen of denken, ik spreek uit ervaring” (blz. 1).
Dat is een krachtig besluit dat wij mee kunnen nemen naar elk moment van het nieuwe jaar. Een voornemen dat niet in beslag kan worden genomen door een onbekende toekomst – omdat wij bewijs hebben dat er een bekende God is. Een voornemen om goddelijke goedheid tot uitdrukking te brengen, dagelijks gedemonstreerd in liefde, vriendelijkheid en vreugdevolle zekerheid. Op deze wijze is ons leven niet slechts een experiment, waarbij wij ons afvragen of alles wel zal lukken. Wij kunnen voorwaarts gaan, wetende dat wij volledig zijn toegerust om ons tijdloos, door God geschonken erfgoed te gebruiken.