Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Poes genezen van verlamming

De Christian Science Heraut - 5 januari 2021

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 17 juli 2017 editie van de Christian Science Sentinel.


Dankbaarheid kan een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van een genezing. Dit werd me een poosje geleden duidelijk toen onze poes, toen vier maanden oud, was gewond. We waren op reis toen ik een telefoontje kreeg van onze oppas die vertelde dat ze de poes had gevonden hangend aan een stoel met zijn achterpoten. Ze ging hem naar de dierenarts brengen.

Ik begon direct te bidden en bevestigde dat de poes een volmaakt geestelijk idee van God is. Een paar uur later sprak ik met de dierenarts die vertelde dat de poes zijn achterpoten en staart niet kon bewegen. Hij zei dat een operatie nodig leek, maar dat hij een dag of twee wilde wachten voordat hij een besluit nam. Ik was dankbaar dat ik meer tijd had om voor de poes te bidden.

Ik belde een Christian Science practitioner en vroeg haar om met me te bidden voor de poes en me te helpen mijn angst tot bedaren te brengen. Ze verzekerde me dat het diertje veilig was in de armen van de goddelijke Liefde. Ik voelde me gerustgesteld en was er zeker van dat onze poes ongedeerd en volmaakt was en dat altijd zou zijn.

Het contrast tussen het antwoord van de dierenarts en dat van de practitioner viel me op. Ik dacht aan een verklaring van Mary Baker Eddy in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “De chirurg, die van mening is dat de stof haar eigen voorwaarden schept, welke onder bepaalde omstandigheden dodelijk kunnen zijn, koestert angst en twijfel omtrent de afloop van het ziektegeval. Daar hij de teugels van het bewind niet in eigen handen houdt, gelooft hij dat iets dat sterker is dan Gemoed – namelijk de stof – het geval beheerst ...

“De Christian Scientist, die wetenschappelijk begrijpt dat alles Gemoed is, gaat van mentale veroorzaking, van de waarheid van het zijn uit, om de dwaling te vernietigen. Dit middel tot herstel brengt een verandering teweeg en bereikt ieder deel van het menselijk organisme” (blz. 422-423). 

Die nacht werd ik omtrent halfdrie wakker en begon meteen te bidden en hield nadrukkelijk vol dat de poes een idee van God is. Ik dacht ook na over het antwoord op de vraag: “Wat is de mens?” op bladzijde 475 van Wetenschap en Gezondheid, dat begint met: ”De mens is niet stof; hij is niet samengesteld uit hersenen, bloed, beenderen en andere stoffelijke bestanddelen ... De mens is idee, het beeld van Liefde; hij is niet een fysiek organisme.”

Omdat onze poes ook een idee is van God, is ook hij niet samengesteld uit stoffelijke elementen. Ik begon aan hem te denken als een beeld van Liefde – wat gemakkelijk was, omdat hij een blij, liefdevol diertje is.

Na een paar uur, waarin ik bad en ook aan God vroeg wat ik moest weten, kreeg ik de gedachte dat ik dankbaar moest zijn, hier en nu, voor de heelheid van de poes en niet moest wachten tot er enige verandering in de stof plaatsvond. Ik had het voorbeeld van Jezus, die God dankte voordat er ook maar enige verandering in de stof had plaatsgevonden die Gods altijd-tegenwoordige goedheid en macht bevestigde. 

Dus ik poogde hetzelfde te doen. Ik zag onze poes als Gods onverwoestbaar idee en ik was dankbaar voor zijn enthousiasme, nieuwsgierigheid en vreugde. Ik weigerde hem te zien als slachtoffer van een ongeluk of verwonding. Het kwam ook bij me op dat God zich altijd verheugt in de volmaaktheid van Zijn ideeën, dus poes en ik konden allebei ook blij zijn. Kort daarna kreeg ik het gevoel dat de genezing compleet was en ik viel weer in slaap en sliep een paar uur. 

Toen ik wat later die ochtend het kantoor van de dierenarts belde, vertelde zijn assistente me dat, hoewel de röntgenfoto's lieten zien dat onze poes zijn bekken en dijbeen had gebroken, zij bemoedigd waren door zijn belangstelling voor eten en omdat hij het voor elkaar had gekregen ’s nachts de kattenbak te gebruiken. Toen riep ze uit: “O, dit is verbazingwekkend! Hij stond net op, kromde zijn rug en rekte zich uit!”

Ik belde de practitioner en vertelde haar van de vooruitgang en vroeg haar door te gaan met mij te bidden. Ze herinnerde me eraan dat God zich verheugt in Zijn eigen onbeperkte uitdrukking van het goede en dat de poes altijd vrij was en altijd de veerkracht van de goddelijke Ziel tot uitdrukking bracht. 

Toen ik later die middag met de dierenarts sprak, zei hij dat er geen operatie of andere behandeling nodig was, maar hij wilde de poes nog wel een paar dagen houden voor observatie. Omdat we toch niet gepland hadden om die week naar huis te gaan en ook niet wilden dat onze oppas zich zorgen zou maken, stemden we daar meteen mee in. De practitioner steunde ons nog één dag en daarna ging ik alleen door met bidden.

Vier dagen na zijn aankomst bij de dierenarts ging onze poes naar huis, waar hij vrij rondrende en veel kattenkwaad uithaalde. Toen mijn man en ik vier dagen later thuiskwamen, begroette hij ons uitbundig. Binnen de kortste tijd sprong hij weer overal bovenop en verkende zijn omgeving zonder enig spoor van letsel.

Lyn Price
Aurora, Colorado, VS

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.