Charlie was boos. Iedereen moest thuis blijven. Hij moest stil zijn en zijn ouders met rust laten als ze overdag aan het werk waren. Hij vond het leuk om video spelletjes te spelen op zijn computer, maar hij vond het niet leuk dat er niets anders was dat hij kon doen. Er waren zoveel dingen dicht door de pandemie. Hij kon niet naar school of met zijn vriendjes spelen.
De enige tijd dat hij zich oké voelde, was wanneer zijn oma kwam om hem gezelschap te houden. Zijn oma wist dat hij boos was en probeerde met hem te praten over God en Gods zorg voor iedereen – ook voor Charlie. Maar het enige waar Charlie aan kon denken, was dat er niets leuks te beleven viel.
Op een dag vroeg zij hem of hij zin had om op avontuur te gaan. Nou, dacht Charlie, dat klinkt goed. Hij had best zin om iets leuks te doen. Dus begon zijn oma met hem te praten over, zoals zij het noemde “een goddelijk avontuur.” Hij kon meteen op reis gaan, zei ze.
“Hoe dan?” vroeg Charlie.
“Doe je ogen dicht” zei ze, “en stel je voor dat je in een ruimtecapsule zit.”
Oma vertelde hem, dat ruimtecapsules altijd berichten krijgen van het moederschip. Omdat dit een goddelijk avontuur was, was God het “moederschip”; God geeft ons altijd goede gedachten en Charlie zou die ontvangen. Hij had dit geleerd in de Christian Science zondagsschool. Hij kon de gedachten van God herkennen omdat zij zorgden dat hij zich goed voelde in plaats van slecht, gelukkig in plaats van boos. De gedachten van God zijn ook onzelfzuchtig. Ze inspireren ons om aan anderen te denken en om Gods goedheid uit te drukken tegenover iedereen en overal.
Oma vertelde hem, dat hij alles in zijn ruimtecapsule had wat hij ooit nodig zou hebben. God, als het moederschip, voorzag hem van liefde en was constant met hem in communicatie en zorgde voor hem. Het werk van Charlie was om God tot uitdrukking te brengen en liefde uit te stralen waar hij ook naartoe gestuurd werd. Charlie dacht dat het erg leuk leek – vliegen door het heelal in zijn eigen shuttle, helemaal veilig.
Oma vertelde hem, dat hij overdag tijdens zijn ruimtereis naar de instructies van het moederschip kon luisteren. Op die manier zou hij zijn opdrachten krijgen. En het zouden belangrijke opdrachten zijn, die alleen hij kon doen. Hij was nodig. Liefde was nodig.
Dus iedere morgen als Charlie wakker werd, “telegrafeerde” hij met het moederschip – bad en luisterde naar God – voor zijn taak voor die dag. Hij vroeg waar liefde nodig was.
Charlie kreeg een heleboel belangrijke opdrachten. Hij liet de hond uit. Hij schreef aan anderen die ook thuis vastzaten. En terwijl hij zijn taken bleef uitvoeren, was hij niet boos meer. Het goddelijke avontuur nam hem mee naar nieuwe plaatsen in zijn gedachten waar hij nooit eerder was geweest. En dat was echt leuk!