Af en toe horen we het woord ontdekbaar, dat verwijst bijvoorbeeld naar het gemakkelijker maken om dingen online te vinden of naar het recht van een advocaat om toegang te krijgen tot documenten. Meer in het algemeen betekent het gewoon dat iets kan worden ontdekt: "Eureka!" momenten waarop wetenschappers het ontdekbare ontdekken.
Christian Science, in het bijzonder, is de ontdekking van geestelijke waarheden die altijd al ontdekbaar waren. De Bijbel vermeldt dat de Hebreeuwse voorvaderen, die duizenden jaren geleden leefden, iets bewezen van de Wetenschap van Christus – het begrip van het universele, geestelijk Beginsel dat God is. Later bewees Jezus door anderen te genezien en zijn eigen opstanding, de betrouwbare, alles besturende aard van dit oorspronkelijk en eeuwig Beginsel. Maar “een bepaalde regel om dit Beginsel, dat ziekte geneest en voorkomt, te demonstreren ... zou in Christian Science worden ontdekt.” Dit wordt uiteengezet in het leerboek van Christian Science Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift (blz. 147).
Mary Baker Eddy, de Ontdekster van Christian Science, schreef Wetenschap en Gezondheid om bekendheid te geven aan haar inzichten over de wetenschappelijke basis voor de genezingen die in de Schriften zijn opgetekend, en de Christusmacht achter die genezingen. Christian Science onthult deze macht als de geestelijke idee van God. Jezus' genezingen getuigden van de Christus, die aan het menselijk bewustzijn openbaart dat God, het goddelijk Gemoed, volkomen goed is en alwetend. Dit geheel goede, alwetend Gemoed kent niets buiten zichzelf – niets anders dan Zijn eigen oneindige goedheid.
Dit betekent dat God zich in feite niet bewust is van onze worstelingen met ziekte of zonde. Dit zou tot de conclusie kunnen leiden dat God een afstandelijke, liefdeloze Ouder is, een onbarmhartige Herder. Het tegendeel is echter waar. Wanneer we geestelijke begrijpen dat God het kwaad niet kent waarmee wij te maken hebben, geeft dat ons de alomvattende gewaarwording en het bewijs dat God teder voor ons zorgt.
Hier is een voorbeeld van de waarheid hiervan. In haar boek Unity of Good verteld Mary Baker Eddy hoe het verwerven van een helder bewustzijn "dat de Oneindige geen ziekte erkent" (blz. 7) haar zo met God verbond dat het de onmiddellijke genezing mogelijk maakte van een kanker die het lichaam van een individu had verwoest. Verwijzend naar dit geval en andere gevallen die zij met Christian Science genas, voegt zij eraan toe: "Bepaalde stellingen die ik zelf heb bewezen, stromen mijn wachtende gedachte binnen in verband met deze ervaringen; en hier is een van zo’n overtuiging: dat een erkenning van de volmaaktheid van de oneindig Onzichtbare een macht verleent die nergens anders gevonden kan worden.”
God is oneindig, maar onzichtbaar voor de stoffelijke zintuigen. Dit geeft aan waarom Christian Science ontdekt moest worden. De geestelijk volmaakte, maar fysiek onzichtbare aard van het goddelijke Beginsel, Liefde, moest voor de mensheid waarneembaar worden gemaakt.
Deze onthulling van Gods aard is nog steeds nodig. Hoewel de Wetenschap van Christus volledig is geopenbaard in de Bijbel en in Wetenschap en Gezondheid, moet zij nog op grote schaal worden erkend en volledig worden gedemonstreerd. De mensheid moet zich, individueel en collectief, steeds meer bewustworden van Gods werkelijkheid en de bruikbaarheid bewijzen van de harmonie, die van Beginsel uitgaat en er door in stand wordt gehouden.
Dit vraagt wel iets van ons. Jezus beschreef zichzelf als "de weg" (Johannes 14:6 ), maar hij kan de weg van verlossing die hij aangaf, niet voor ons bewandelen. Evenzo kunnen wij de ontdekking die in Wetenschap en Gezondheid wordt geopenbaard niet passief in ons opnemen. Wij moeten actief zoeken naar geestelijke doorbraken in ons begrijpen. Als wij de Bijbel en Wetenschap en Gezondheid bestuderen, kan een verhaal, een zin – soms alleen een enkel woord dat ons opvalt – ons een nieuw geestelijk wetenschappelijk idee of waarheid doen zien die genezing en transformatie tot gevolg heeft.
Maar wat te doen als we in een downstemming zijn aangeland en dergelijke inzichten niet tot ons doordringen? Op zulke momenten, zoals alle grote ontdekkers, houden we vol. Ten eerste kunnen wij moed putten uit alles wat we al eerder hebben ontdekt en bewezen van het goddelijke Beginsel, Liefde. Ten tweede, zelfs wanneer wij er het minst zin in hebben, kunnen wij nog steeds de Wetenschap bestuderen en ons in stille verbondenheid tot God wenden, omdat de ontdekking zelf nooit ook maar iets minder dwingend is geworden. Wat ons te pakken neemt en down doet voelen, is een stoffelijke invloed om ons heen die we niet weerlegd hebben, die onwetend is van Christian Science of er kwaadaardig tegenover staat. Maar wij kunnen dergelijke invloeden krachtig weerleggen. Als kinderen van God zijn wij geestelijk gezind, staan altijd open voor nieuwe inspiratie en zijn bereid en gereed om dusdanig te handelen.
Door standvastig de waarheid hiervan verklaren, wordt de vreugde van geestelijke ontdekking opnieuw aangewakkerd in ons en zwichten we voor het begrijpen dat van Beginsel uitgaat, waarbij we onszelf en anderen zien zoals God ons ziet. Dan kunnen we niet anders dan een hoger christelijk mededogen voelen en uitstralen, dat degenen die naar genezende hulp verlangen tot ons aantrekt, en Beginsel geeft ons de macht om die hulp te bieden.
Wanneer wij nadenken over de ervaring van Mary Baker Eddy of erkennen hoe Jezus constant en indrukwekkend het Christusbewustzijn in stand hield, kunnen we soms in de verleiding komen ons als een kleuter te voelen in de Wetenschap en de kunst van het genezen. Maar deze dag is er iets nieuws ontdekbaar over wat we moeten weten van God en onze door God bestuurde, geestelijke identiteit. En wij zijn genezen, en zijn genezers, dankzij ieder tijdig inzicht in de tijdloze ontdekking van Christian Science, dat we hebben verworven – en geleefd.
Tony Lobl, Associate Editor