Ik heb vrienden vaak horen spreken over het verdriet dat ze hadden toen hun moeder overleed en het gevoel van verlies dat hun jarenlang was bijgebleven. Nu hield ik enorm veel van mijn moeder, maar mijn ervaring toen ze vorig jaar jaar overleed, had niet verder verwijderd kunnen zijn van de gevoelens die de anderen beschreven. Ik was vervuld met zo’n intens gevoel van Liefde, God, die mij en mijn moeder en iedereen liefheeft, dat ik alleen maar troost en opbeurende vrede voelde. Door deze Liefde te weerspiegelen, was ik zelfs in staat anderen te troosten die verdrietig waren. Dit gebeurde op volkomen natuurlijke wijze, zowel voor mij als voor de familie.
Mijn ouders waren kort voor de Covid -19 lockdown in 2020 verhuisd naar een verzorgingshuis. Gedurende de tijd van vastgestelde bezoekuren midden in de lockdown, kreeg mijn moeder problemen met haar gezondheid. Omdat ik bepaalde symptomen had, hoewel ik negatief testte voor de coronavirus, mocht ik haar niet bezoeken. Ik was gestresst omdat ik voelde dat mijn moeder me nodig had, dus nam ik contact op met een Christian Science practitioner. Ons telefoongesprek werd onderbroken door een telefoontje van de opzichter van het tehuis die mij toestemming gaf om mijn moeder te bezoeken. Ik belde de practitoner terug en op haar aanraden bad ik niet voor een speciale uitkomst van mijn moeders fysieke situatie, maar om de aanwezigheid te voelen van Liefde die bij ons is, bij ons allemaal. Onmiddellijk verdween die gedachte dat mijn moeder mij nodig had.
Ik herinnerde me een inspiratie, die ik jaren eerder had ontvangen met betrekking tot de eenheid van de mens met het goddelijk Beginsel, Liefde, die me liet zien dat de mens (iedereen, dus ook mijn moeder en ik) van God is – zijn oorsprong vindt in God; door Hem geschapen is en gemotiveerd wordt en al de eigenschappen van God, het goede, in zich sluit; in stand wordt gehouden door de vaderlijke en moederlijke Liefde, het goddelijk Beginsel. Ik stelde mezelf de vraag: ”Waar was mijn moeder voor ze werd geboren? Waar was ik voor ik werd geboren?”
Ik had gebeden met een passage in de Bijbel (Johannes 1:12,13), waarover Mary Baker Eddy, de Ontdekster en Grondlegster van Christian Science, de vraag stelt: “Is het geestelijk zoonschap van de mens een persoonlijk geschenk aan de mens of is het de werkelijkheid van zijn wezen in de goddelijke Wetenschap?” Haar antwoord bevat deze troostende belofte: “Als we het ware geboorterecht van de mens begrijpen, dat ‘allen die Hem aangenomen hebben ... niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn’, zullen we begrijpen dat de mens afkomstig is van Geest en niet van het vlees; hem erkennen door geestelijke en niet door stoffelijke wetten en hem respecteren als geestelijk en niet als stoffelijk” (Miscellaneous Writings 1883-1896, blz.181).
Mijn moeder en ik hadden dus altijd bestaan en bestonden nu in God. En er is geen dood of geboorteproces in God, Geest.
Paulus verklaart: ”In [God] leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij” (Handelingen 17: 28). En het gebed van Jezus aan het einde van het laatste Avondmaal, verzekert ons van onze absolute eenheid met God: “Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn” (Johannes 17:20, 21). Ik voelde deze eenheid met onze Vader-Moeder, Liefde. Ik wist dat het de waarheid was over mij en mijn moeder – de werkelijkheid over wie en wat we allemaal zijn.
Ik was zo dankbaar dat ik mijn moeder en vader mocht bezoeken. Mijn twee broers, die vaak overzee zijn, waren beiden in de stad die week en we mochten allemaal iedere dag net zo lang bij onze ouders blijven als we maar wilden. Deze laatste paar dagen met mijn moeder waren heel speciaal voor ons allemaal. Onze hele familie voelde de troost en vrede van de waarheid dat God Liefde is en dat God met ons is.
Velen van het huispersoneel huilden, maar ik was in staat om hen te verzekeren dat alles goed was, omdat ik wist dat moeder altijd in God leefde en niet buiten God kon treden– buiten de oneindige, goddelijke Liefde. Ik wist dat moeder al haar goede eigenschappen voor altijd omvatte als Gods kind. Zoals de maan het licht van de zon reflecteert, weerspiegelde moeder al het goede, alle liefde, alle waarheid van het oneindig goede, God. Zij was een zuivere uitstraling van het goede, van de altijd aanwezige Waarheid, van het goddelijk Beginsel, Liefde. En die Liefde was nog steeds bij ons. Onze familie voelde de aanwezigheid van Liefde in ons en in moeder en om ons allen heen.
Sinds mijn moeder overleed, heb ik niet één keer gehuild, en hoewel ik vaak aan haar denk en haar liefheb, heb ik geen enkel gevoel van verlies, niet voor haar noch voor mezelf. En mijn vader, na een zeer liefdevol en gelukkig huwelijk van zeventig jaar, voelt zich niet alleen of verlaten. Ik denk dat dit deel is van de vloed van zegeningen die over de hele familie werd uitgestort. Het is zeer bemoedigend.
Ik ben zo dankbaar voor alle waarheden, die we leren van de Bijbel en de geschriften van Mary Baker Eddy, en die het licht van Liefde wierpen over deze ervaring.
Anita Byth
Cleveland, Queensland, Australië