Er is maar één Gemoed en dat Gemoed is God. Dit was een pittige stelling die ik al vroeg leerde bij mijn studie van Christian Science. Eén goddelijk en eeuwig Gemoed. Eén bron van intelligentie die betrouwbaar, constant en uitsluitend goed is. De implicaties van dit geestelijk feit zijn enorm voor ieder van ons, in het bijzonder voor degenen die te maken hebben met kwesties rond mentale gezondheid.
Het geestelijk feit dat er één Gemoed is, is een prachtige basis voor gebed wanneer we ernaar streven mentale gezondheid te demonstreren. Soms is daar volharding voor nodig, maar als we bidden is de belofte van vrijheid er voor ieder van ons, want de eenheid van Gemoed is al gevestigd. In feite kunnen we, als we dieper ingaan op de vele facetten van deze idee, antwoorden vinden op een groot assortiment van problemen betreffende mentale gezondheid en genezing ervaren.
Toen ik Christian Science begon te bestuderen, worstelde ik met overbekende symptomen van mentale ziekte en was overweldigd door de vrees dat ik mijn verstand aan het verliezen was. Maar ik las Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy, de ontdekster van Christian Science, en ik leerde dat Gemoed een synoniem is voor God. Ik leerde ook iets nieuws over mijzelf, namelijk dat ik, en ieder van ons, de nakomeling is van God en wij dus alleen tot uitdrukking kunnen brengen wat in God, onze goddelijke Ouder, zijn oorsprong vindt.
Op een dag realiseerde ik me in een helder ogenblik dat ik mijn verstand niet kon verliezen, omdat God Zijn verstand niet kon verliezen. Dit zei me, dat het ene Gemoed, God, niet kan instorten noch verloren gaan. Gemoed is bestendig, volledig. De opluchting die over me kwam, was immens. Vanaf dat ogenblik wist ik dat ik OK zou zijn. En dat was ik. De beangstigende symptomen verdwenen. Ik was vrij en ben vrij gebleven.
De Christelijke genezingsmethode, geopenbaard in Christian Science, kan door de benauwenis van mentale ziekte heenzien en het strijdende hart opheffen tot de helderheid en schoonheid van de almacht van Gemoed. Hier volgen een paar voorbeelden van hoe deze wetenschap bewezen kan worden in verband met mentale problemen.
Gods eenheid verzekert onze heelheid
Er zijn meerdere verslagen in de Bijbel waarin Jezus demonen uitdrijft, of in hedendaagse bewoording: mentale ziekte geneest. Een ervan beschrijft een man die door Jezus was genezen als “zitten[d], gekleed en goed bij zijn verstand” (Markus 5:15).
Wijst dit niet op de ongerepte aard van ieder van ons als de uitstraling van God? Jezus zag duidelijk dat de schepping van God gelijk is aan God: volledig, onverstoord, evenwichtig. En zijn heldere waarneming maakte het mogelijk de verwarring van de man weg te nemen en zijn geestelijke, weldenkende aard te onthullen.
Misschien hebben we weleens het gevoel gehad alsof we uit elkaar vielen. Jezus bewees echter dat de geestelijke aard van ieder van ons één geheel is, niet gefragmenteerd. En de Christus, de genezende macht die hij belichaamde, is vandaag nog evenzeer aanwezig om onze ondeelbare geestelijke zelfheid aan het licht te brengen – hoe moeilijk de strijd ook geweest is. Omdat God één is, zijn wij één. Er kan geen afbraak of inzinking plaatsvinden in ons wezen. Geen scheiding van de werkelijkheid, geen onderbreking van mentale gezondheid.
Eén Gemoed betekent dat er geen gemoed kan zoekraken
Het lijkt misschien vrij makkelijk om te stellen dat er één oneindig Gemoed is dat elk idee omvat. Maar hoe kan dat ons helpen als wij ons iemands naam niet meer kunnen herinneren of te maken krijgen met ernstiger geheugenverlies?
Het volgende geestelijke, christelijk-wetenschappelijke feit over onze aard als de weerspiegeling van Gemoed legt het fundament: De mens “is de samengestelde idee van God en omvat alle ware ideeën” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 475). Met andere woorden, als de weerspiegeling van Gemoed zijn wij ons bewust van wat Gemoed weet. Als wij in ons gebed aanspraak maken op deze eenheid, plaatsen wij ons op één lijn met dit alwetend aspect van Gemoed. In Gemoed zijn er geen hiaten of leemtes. Dit goddelijk bewustzijn vult alle ruimte met duidelijke ideeën, en die duidelijkheid hebben wij ook door weerspiegeling. Er kan niets verloren gaan in de oneindigheid van Gemoed, en onze eenheid met dit Gemoed betekent dat er geen blokkade kan zijn voor wat we weten.
Gods eenheid bevestigt de alleenheid van de geestelijke werkelijkheid
Soms, als we getuige of slachtoffer zijn geweest van een tragische of gewelddadige gebeurtenis, voelen we ons achtervolgd door beelden en gevoelens die we associëren met deze omstandigheid. (In de meer extreme versies staat dit bekend als post-traumatische stress-stoornis, of PTSS). Maar omdat Gemoed alomtegenwoordig is, kan er buiten Gemoed geen werkelijkheid zijn waar duisternis, pijn of trauma bestaan. Dus als we te maken hebben met verontrustende herinneringen kunnen we Gemoed vragen: “Jij was daar. Wat wist Jij?”
Een passage uit het boek van Jeremia beantwoordt deze vraag. Er staat dat de gedachten die God kent, “gedachten van vrede en niet van kwaad” zijn (29:11). Omdat God goed is en alle ruimte vult, kan er uiteindelijk geen werkelijkheid zijn in enige gebeurtenis of op enig moment waar het kwaad werkelijk en machtig lijkt te zijn. Omstandigheden mogen iets anders suggereren, maar consequent gebed dat deze waarheid bevestigt, kan de pijnlijke herinneringen uitwissen en vervangen door een vrede die voortkomt uit het begrijpen dat Gods liefdevolle aanwezigheid nooit echt afwezig was.
Onze eenheid met God = onze eenheid met het goede
Het leven van Jezus bracht deze idee van eenheid het best tot uitdrukking. In feite maakte hij zijn relatie met God op deze manier duidelijk: “Ik en de Vader zijn één” (Johannes 10:30). Zijn verklaring is ook van toepassing op ieder van ons en betekent dat niemand van ons gescheiden kan worden van Gemoed en van alles wat Gemoed inhoudt. We kunnen bijvoorbeeld geen afzonderlijke ervaring hebben die gekenmerkt wordt door depressie of gebrek aan eigenschappen van Gemoed, zoals vreugde, opgewektheid en vitaliteit. De Psalmist schreef: “overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht” (Psalmen.16:11). Omdat we altijd één zijn met God, de bron van vreugde, moeten we ons altijd in de tegenwoordigheid van vreugde bevinden.
Als we ons depressief of duistergestemd voelen, zou een eenvoudige manier van bidden kunnen zijn: “God, ik weet, omdat we één zijn, dat U hier bent en dat daarom vreugde hier is. Dank U voor deze gave van vreugde.” Wanneer we in ons gebed deze nederige, oprechte houding aannemen, worden we ons meer bewust van onze eenheid met het licht van Gemoed, dat mentale duisternis opklaart. Dan verdwijnen depressie, droefheid en hopeloosheid.
Of we deze problemen nu tegenkomen in ons eigen leven, of lezen over mentale gezondheidsproblemen waar anderen mee geconfronteerd worden, het is belangrijk te bedenken dat deze kwesties niet persoonlijk zijn. De goddelijke Wetenschap laat ons zien dat zij alleen maar een dwaalgeloof zijn, een geloof dat er meer dan één bewustzijn is en dat Gemoed niet alomtegenwoordig is. En we hebben de verzekering dat: “Het goddelijk begrijpen regeert, is alles, en er is geen ander bewustzijn” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 536).
Dit goddelijk begrijpen en zijn reddende, verheffende macht is de genezende kracht die bevrijdt van de duisternis van mentale ziekte. De erkenning dat er echt maar één Gemoed is en dat dit Gemoed ons enig ware Gemoed is, stelt ons in staat om voor onszelf te zien dat intelligentie, duidelijkheid, samenhang en stabiliteit niet alleen maar begeerlijke zaken zijn. Zij zijn gaven van God, vrijelijk aan ieder van ons gegeven.
Deborah Huebsch
Redactionele gastschrijver