Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Proeftijd – voortdurende vooruitgang – na de dood

De Christian Science Heraut - 21 april 2020

Oorspronkelijk gepubliceerd in de mei 2020 editie van The Christian Science Journal


In de week dat mijn moeder heenging was de Bijbelles in het Christian Science Kwartaalboekje “Proeftijd na de dood.” Weet je, dit voelde een beetje verontrustend aan, de gedachte dat mijn lieve moeder nu “een proeftijd” zou doormaken. Wat betekende dit? Wie  beoordeelde haar? Wat zou de uitkomst zijn? Toen ik mijn Christian Science leraar belde om dit te vragen, stelde hij voor dat ik het onderwerp van de les zou beschouwen als “Vooruitgang na de dood.”

Dat hielp en was geruststellend. En nu ik meer hierover heb gebeden en geleerd, ben ik ook gaan inzien, dat geestelijke vooruitgang, wat wil zeggen “proeftijd” plaatsvindt zowel vóór als na de ervaring die dood wordt genoemd. Wij gaan elke dag vooruit in ons begrijpen van God en onze liefde voor God, het goddelijk Leven en de goddelijke Waarheid. Het is een voortgaand proces van blijdschap en leren.

Laten we er rekening mee houden dat de betekenis van woorden vaak verandert in de loop van de tijd; wat een woord betekent gedurende het ene decennium of de ene eeuw, kan jaren later anders zijn. Woorden kunnen ook verschillende dingen voor verschillende mensen betekenen. Misschien heeft Mary Baker Eddy daarom geschreven: “De grootste moeilijkheid bij het nauwkeurig overbrengen van de leer der goddelijke Wetenschap aan de menselijke gedachte ligt hierin, dat het Engels, evenals alle andere talen, ontoereikend is om geestelijke denkbeelden en stellingen uit te drukken, omdat men bij het behandelen van geestelijke ideeën, gedwongen is zich van stoffelijke termen te bedienen. Het licht, dat Christian Science schenkt, is gelegen in haar geestelijke zin en haar leerlingen moeten zich die geestelijke zin eigen maken, willen zij de betekenis van deze Wetenschap vatten” (Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, blz. 349). Maar wat heeft dit met het woord proeftijd te maken? En waarom wordt dit woord gebruikt in het onderwerp van een van de Bijbellessen?

In een woordenboek dat in gebruik was rond de tijd dat Wetenschap en Gezondheid werd geschreven, staat bij proeftijd onder andere: “elke handelwijze die bedoeld is om de waarheid vast te stellen” (Noah Webster, American Dictionary of the English Language, 1828). Als Christenen en Christian Scientisten streven wij er altijd naar om waarheid beter te begrijpen, de Waarheid die Christus Jezus onderwees en demonstreerde – dat God oneindige Liefde is; dat God Geest is, eeuwig en onsterfelijk; dat God Leven is; en ook dat de mens Gods beeld en gelijkenis is, niet stoffelijk maar geestelijk. Leven is geestelijk, oneindig, onveranderlijk en zonder onderbreking, omdat God Leven is.

Omdat God Leven is en God Alles is, kan er in werkelijkheid geen dood, geen beëindiging van bewustzijn en activiteit zijn. “Het individuele wezen van de mens kan evenmin sterven of in onbewustheid verdwijnen als Ziel, want beide zijn onsterfelijk” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 427). En omdat er geen dood is, is alles Leven, dat door een ieder van ons wordt weerspiegeld in ons individuele leven, namelijk in dagelijkse vreugde en activiteit.

Wij zouden kunnen zeggen, hier en nu, dat elke dag een proces is om de waarheid vast te stellen, omdat elke dag inderdaad een tijd van vooruitgang is op onze spirituele reis. Vooruitgang na de dood is dus de voortzetting van vooruitgang vóór de dood – de naadloze openbaring van God aan de mens, dat Leven eeuwig, harmonieus, goddelijk en aanwezig is.

Dit was duidelijk in het leven van Jezus. Hoewel Jezus zonder enige twijfel had bewezen, dat de Christus alles kon genezen wat de lichamelijke zintuigen voordroegen, waaronder blindheid, organische ziektes, moreel verval en zelfs de dood, moest hij nog meer bewijs leveren – zijn eigen herstel na een gruwelijke dood en de daaropvolgende graflegging.

Gedurende zijn drie dagen in het graf onderging onze Meester geestelijke groei, hij ging nog meer vooruit in zijn eigen begrijpen en demonstratie van God als eeuwig Leven en Gemoed. “De eenzame ruimte van het graf bood Jezus een schuilplaats tegen zijn vijanden, een plaats waar hij het grote vraagstuk van het zijn kon oplossen … Op de grondslag van Christian Science, de macht van Gemoed over de stof, weerstond en overwon hij alle aanspraken van geneeskunde, chirurgie en hygiëne” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 44).

Vanwege deze periode van vooruitgang en proeftijd toonde Jezus zich spoedig zegevierend aan Maria Magdalena, de discipelen en anderen. En deze periode, waarin hij een nog hoger besef van de werkelijkheid bereikte, kwam niet alleen hemzelf ten goede maar ook talloze anderen van zijn tijd tot de onze. Jezus’ proeftijd was de “veraanschouwelijking van de menselijke proeftijd” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 35) die, in zijn geval het hoogtepunt bereikte in zijn hemelvaart, zijn uitstijgen boven alle materie en stoffelijke waarneming.

Toen Mary Baker Eddy verwees naar twee van haar beste leerlingen nadat die waren overleden, maakte zij duidelijk, dat zij begreep dat hun geestelijke vooruitgang en hun goddelijke identiteit niet konden worden onderbroken, belemmerd noch gestopt. Deze twee individuen gingen voort in hun werk om God beter te leren kennen, weerspiegelen en dienen.

Betreffende Joseph Armstrong schreef Mary Baker Eddy: [Hij] “is niet dood, noch slaapt hij of rust hij van zijn arbeid in de goddelijke Wetenschap; en zijn werken volgen hem … Hij is vandaag wijzer, gezonder, gelukkiger dan gisteren” (The First Church of Christ, Scientist, and Miscellany, blz. 296). En verwijzend naar Edward Kimball schreef zij: [Hij] “is hier nu net zo werkelijk als toen hij me een jaar geleden bezocht ... Als wij zouden ontwaken tot deze erkenning, zouden wij hem hier zien en beseffen dat hij nooit is gestorven en daarmee de fundamentele waarheid van Christian Science demonstreren” (Miscellany, blz. 297).

Wij bevinden ons altijd in een staat van geestelijke ontwikkeling en gaan voorwaarts naar een hoger begrip en demonstratie van goddelijke Waarheid en Leven.

Iedere keer als mijn moeder en ik uit elkaar gingen, omdat ik ging studeren, trouwen, etc., zeiden wij tegen elkaar: “Elk volgend stadium van ervaring ontvouwt nieuwe inzichten in de goddelijke goedheid en liefde” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 66). Wij verklaarden hiermee, dat wat er ook op ons pad kwam, werd bestuurd door God, de goddelijke Liefde en het goddelijk Leven. Het was een nieuwe gelegenheid om de goedheid en liefde van God beter te begrijpen en meer te ervaren. Er was tenslotte niets anders om voor te gaan.

Ten tijde van het overlijden van mijn moeder had ik het vertouwen, dat zij inderdaad doorging met haar leven en ik doorging met mijn leven. De ervaring van ogenschijnlijke dood was natuurlijk anders voor haar dan voor mij, maar in die tijd was er ook vooruitgang voor mij, omdat ik een intensiever, duidelijker gevoel van Leven en bestaan vergaarde. Geestelijke vooruitgang is een dagelijkse voorziening voor ieder van ons. Ik kreeg gewis de gelegenheid om in te zien dat: “het dagen der ideeën voort[gaat], dat elk volgend stadium van vooruitgang vormt” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 506).

Dus wanneer ik nu de Bijbelles “Proeftijd na de dood” lees, ben ik niet bezorgd dat God, de goddelijke Liefde, subjectief iemands karakter of prestaties beoordeelt; ik denk liever aan de liefdevolle voorziening van de goddelijke Liefde, dat wij altijd, onophoudelijk en eeuwig voortgaan in ons begrijpen en onze dagelijkse demonstratie van de goddelijke Waarheid, Leven en Liefde en genieten van alle zegens die dit brengt “hier en hiernamaals.”

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.