Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Gods unieke boodschappen

De Christian Science Heraut - 10 november 2020

Oorspronkelijk gepubliceerd in de October 26, 2020 editie van de Christian Science Sentinel.


Heb je ooit bij jezelf gedacht: "Waarom communiceert God niet met mij? Ik luister voortdurend, maar ik hoor nooit iets." Misschien zeg je wel tegen jezelf dat je God niet kunt horen.

Het is subtiel, maar dit soort denken kan gezien worden als een ontkenning van Gods alomtegenwoordigheid of zelfs als een suggestie dat het God niet kan schelen of we Hem nu kennen of niet. Maar de Bijbel wijst op iets heel anders. 

In de Bijbel belooft God dat Hij onze God is en dat we Hem kunnen kennen. Bijvoorbeeld, hier zijn twee goddelijke beloftes uit het boek Jeremia: "... u zult Mij tot en volk zijn en Ík zal u tot een God zijn" (30:22) en "... zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE" (31:34).

Klinkt dat als een God die niet wil dat we Hem horen en kennen? 

Dus als God wil dat wij Hem horen en wij Hem willen horen, wat is dan het oponthoud? Zou het kunnen dat we een vooroordeel hebben over hoe God met ons zal praten? Misschien verwachten we een oorverdovende stem? Of misschien voelen we dat Gods stem als muziek komt, als een gezang. Misschien is het met een vers of twee uit de Bijbel hoe God gaat communiceren. En God's boodschappen zouden zeer juist en grammaticaal perfect zijn ... nietwaar? 

Hoewel dit enkele van de manieren kunnen zijn waarop God tot ons zou spreken, is er nooit één bepaalde manier. Het enige waar we zeker van kunnen zijn is dat God rechtstreeks en op een unieke manier tot ons zal spreken op de manier waarop we zullen horen, begrijpen en geïnspireerd worden om actie te ondernemen. Een oorverdovende stem is welkom, maar niet nodig! 

Op een dag zat ik aan mijn bureau, kort nadat de bezorgdheid over het coronavirus zich begon te verspreiden. Ik vroeg God in stilte wat ik kon weten en bevestigen over zijn geliefde schepping. Toen, klaar en helder en alsof het mijn eigen gedachte was, hoorde ik: "Gods mens is geen minkukel." Het was zo rechtstreeks. Maar... minkukel?  Dat is geen woord waar ik ooit aan denk, laat staan dat ik het ooit zeg. Maar daar was het. De inspiratie voelde vredig en heilig, zoals Gods boodschappen altijd doen.

De woordenboekdefinitie van minkukel was precies zoals ik verwachtte: "domkop, sukkel." Er waren ook synoniemen op een website, zoals appelflap en jojo, waar ik erg om moest lachen. Het was voor mij heel duidelijk dat de mens – Gods intelligente schepping – geen van die beschrijvingen is.

Na die eerste humoristische gedachte volgde er een vloedgolf van genezende gedachten. Met zekerheid wist ik dat Gods mens nooit een minkukel (of een van die synoniemen) zou kunnen zijn, want de mens kent God, de bron van alle intelligentie, begrip en onderscheidingsvermogen, en God en de mens zijn onafscheidelijk. God is Gemoed en de mens is het idee van dit goddelijke Gemoed. Mary Baker Eddy schrijft: "De onsterfelijke mens was en is het beeld of de idee van God, namelijk de oneindige uitdrukking van het oneindige Gemoed, en de onsterfelijke mens is samenbestaand en samen-eeuwig met dat Gemoed" (Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, blz. 336).

De mens, Gods geliefde schepping, kent alleen datgene wat gelijk is aan God, het goede, en niets dat ongelijk is aan Hem – geen virus, financiële achteruitgang, of enige andere tumultueuze, gevaarlijke situatie. Er wordt voor de mens gezorgd en God maakt dat de mens het weet. Die gedachten hielpen me heerschappij te voelen over de onzekerheid die verband hield met enkele wereldgebeurtenissen in het nieuws van die dag. Ik was blij dat ik dat moment had gehad om mijn ware identiteit en die van anderen correct te zien. 

Dit bericht van God deed me denken aan een tijd dat ik met iemand uitging die erg bezitterig van me was. Hij was nooit fysiek geweldadig, maar manipuleerde me om al mijn tijd met hem door te brengen, tot het punt waarop ik geen vrienden meer had en mezelf niet meer was. Ik wist dat de relatie niet gezond was, maar ik wist niet hoe ik het moest uitmaken met hem.

Op een ochtend werd ik wakker met angst voor een afspraakje dat we voor die avond gepland hadden. Uit het niets hoorde ik een duidelijke en sterke gedachte: "Je kunt het uitmaken met hem. Doe het vandaag nog." Het kwam met zo'n autoriteit dat ik wist dat het de juiste stap was om te nemen. Die boodschap gaf me de mentale kracht om die dag nog tot actie over te gaan.

Het gesprek met mijn vriendje was niet gemakkelijk, maar ik hield vast aan de goddelijke leiding die ik had gehoord en stapte snel en permanent uit de ongezonde relatie. Dat mijlpaalmoment heeft me laten zien dat God wel degelijk tot mij spreekt op een manier die ik kan begrijpen, en dat ik de goddelijke leiding kan volgen en actie kan ondernemen. In dit geval heeft die ingeving van de goddelijke Liefde, God, mij bevrijd uit een situatie die alleen maar een nabootsing van liefde was. 

Gods liefde voor de mens en het vermogen om Hem te horen zijn universeel. Ieder van ons heeft het vermogen om God vandaag en elke dag tot ons te horen spreken. Zijn liefdevolle en gezaghebbende boodschappen doen ons Zijn almachtige en alomvattende zorg voor ons kennen. Door Zijn stem te gehoorzamen, zijn veel mensen bevrijd van allerlei beperkende situaties. 

Mary Baker Eddy vergelijkt deze onverbrekelijke relatie die wij met God hebben, met de verhouding tussen schapen en een zorgzame herder. Ze schrijft: " ... God is onze Herder. Hij bewaakt, begeleidt, voedt en verzorgt de schapen van Zijn weide; en hun oren zijn afgestemd op Zijn roep. In de woorden van de liefhebbende discipel: ‘Mijn schapen horen Mijn stem ... en ze volgen Mij ... niemand zal ze uit Mijn hand rukken’ “ (Miscellaneous Writings 1883-1896, blz. 150-151).

Boodschappen van God zijn net zo alomtegenwoordig als Hij is. En ze zijn net zo uniek als ieder van ons is. We kunnen verbaasd zijn over wat God ons vertelt, of zelfs over hoe Hij het ons vertelt. Maar we kunnen erop vertrouwen dat Zijn communicatie voortdurend stroomt, betrouwbaar is en altijd genezing brengt. We kunnen er klaar voor zijn en luisteren!

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.