In een recente autobiografie van een voormalig rechter van het hooggerechtshof in de VS las ik met verbazing dat zijn moeder en grootmoeder toegewijde Christian Scientists waren en dat hij de Christian Science zondagsschool had bezocht. Maar ik was nog meer verbaasd over zijn beschrijving van de geschriften van de Ontdekster van Christian Science als: “De teksten van Mary Baker Eddy, die het belang uitleggen van ‘mind over matter’ ” (Justice John Paul Stevens, The Making of a Justice, blz. 5).
Het geloof dat Christian Science “mind over matter” is, is een misvatting. In plaats van te bepleiten dat het menselijk gemoed een geneesmiddel is, legt Christian Science uit hoe de macht van het goddelijk Gemoed, God, angst en de daaruit voortvloeiende ziekte overwint en genezing van het lichaam tot stand brengt. Mary Baker Eddy zelf had niet veel goeds te zeggen over de actie van het menselijk gemoed. Zij schreef in haar baanbrekend boek, Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “Wij moesten begrijpen, dat de oorzaak van ziekte in het sterfelijk, menselijk gemoed schuilt en dat de genezing van ziekte voortkomt uit het onsterfelijk, goddelijk Gemoed” (blz. 174).
Wat is dit goddelijk Gemoed? Het is de oneindig goede en wijze God, Geest. De benaming van God als Gemoed vindt zijn oorsprong in de Bijbel. Bijvoorbeeld in Psalmen 147:5 staat: “Onze Heere is groot en geweldig in kracht, Zijn inzicht is onmetelijk.” En in Spreuken lezen wij: “Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken” (3:5, 6).
Feitelijk is het tweede citaat een goede definitie van gebed. Gebed in Christian Science betekent zich tot God wenden en de aanwezigheid en kracht van de Godheid erkennen. In dit geestelijk begrijpen openbaart zich ons ware zijn aan het menselijk bewustzijn als de mens naar Gods beeld en gelijkenis. Omdat God Geest is, moet de mens geestelijk zijn, gemaakt van de substantie en eigenschappen van God. Het is niet een vraag van “mind over matter” (of gemoed over de stof), maar een overgave van angst en onwetenheid aan het begrijpen van het goddelijk Gemoed en van onze geestelijke individualiteit als het kind van God. Dit brengt gezondheid en uitkomst in de menselijke situatie.
Een voorbeeld: Toen ik op de middelbare school zat, speelde ik klarinet in een jazz ensemble. Op een avond speelden wij in een verenigingsgebouw, waar het blauw zag van de sigarettenrook en gedurende het optreden werd ik erg ziek. Tijdens de pauze besloot ik op een rustig plekje te gaan zitten. Ik dacht na over het onzevader. Ik wist dat dit gebed niet een eenvoudig verzoek aan God was, maar tegelijk ook een erkenning van Zijn altijd aanwezige almacht. Ik zat daar rustig na te denken over de ideeën in dat gebed, heel langzaam overpeinsde ik iedere regel voordat ik naar de volgende regel ging. Ik dacht na over wat deze woorden voor Jezus moesten hebben betekend en ook wat zij voor mij betekenden.
De laatste woorden van het onzevader zijn: “Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid” (Mattheüs 6:13). Voor mij betekende dit, dat ik in het koninkrijk van God was, in Zijn heilige aanwezigheid, zelfs in die rokerige, luide, onbekende zaal. Het betekende ook dat ik als kind van God alleen de macht van de goddelijke aanwezigheid van vrede, vreugde en gezondheid kon voelen. Uiteindelijk betekende het, dat God de heerlijkheid van de geestelijke heerschappij – heerschappij over angst, ongemak of ziekte – aan al Zijn kinderen geeft, ook aan mij, aangezien de mens geestelijk is en niet stoffelijk.
Dit was verre van een mentale oefening. Het was zwichten voor de ideeën die het goddelijk Gemoed mij op dat moment aanreikte. Op een ander moment kan de spontaniteit van gebed andere ideeën brengen. Gebed is geen herhaling van uit het hoofd geleerde woorden; het is goddelijke inspiratie.
Kort daarna voelde ik me opgelucht. En toen ik eindigde met bidden, was ik hersteld. Ik speelde met het ensemble de rest van de avond zonder enig ongemak. Dit was met zekerheid geen herstel door wilskracht. De menselijke wil is nooit sterk genoeg om dit voor elkaar te krijgen. Ondanks dat ik mij heel erg ziek had gevoeld, was ik in staat om mij over te geven aan de goddelijke kracht van Gemoed, God – Zijn geruststelling te voelen over mijn ware, geestelijke identiteit en deze mij te laten genezen.
De genezingen van Jezus kwamen niet tot stand door anderen te willen laten leven of herstellen. Hij beschreef de gedachenstaat die nodig was om hem te volgen in dit leven van Christelijk genezen toen hij zei: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel” (Mattheüs 11:28, 29). Het was de zachtmoedigheid van Jezus, zijn bereidheid om transparant te zijn voor de kracht van God, die hem zo’n succesvol genezer maakte.
De volgende woorden zijn een grote hulp voor mij geweest in de vele jaren dat ik de Christelijke genezing van Jezus heb beoefend, zoals onderwezen in Christian Science: “Leer de zachtmoedigheid en de macht zien van een leven, dat ‘met Christus verborgen [is] in God’ en er zal geen verlangen zijn naar andere geneeswijzen” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 445).
Hoewel de Christian Science Kerk zijn leden geen bepaalde behandeling voorschrijft als ze ziek zijn, presenteert Christian Science zeker een wonderbaarlijk krachtige vorm van gebed die al meer dan honderdvijftig jaar effectief is bij het genezen van ziekten. Het is niet “mind over matter.” Het is de kracht van God, het goddelijk Gemoed, over angst, ziekte, zonde en allerlei moeilijkheden.