Als er iets bijzonder goeds gebeurt, is men geneigd te zeggen: “Dat was een wonder!” Zo’n verklaring suggereert dat het goede dat zich manifesteert niet in de verwachting ligt en dat het heelal door natuurwetten wordt bestuurd waarin conflict en beperking zijn besloten. Dat heelal kan een angstige en misschien zelfs een hopeloze plek zijn.
Christian Science laat een heel ander beeld van de werkelijkheid zien: een op de Bijbel gebaseerde geestelijke visie. Het laat zien dat God, het goede, de schepper is, en Hij alles bestuurt wat Hij schept, en dat de mens en het heelal worden bestuurd door Gods onveranderlijke en consistente geestelijke wet. Dit betekent dat er nooit een miraculeus ingrijpen nodig is, omdat het goede op zichzelf al het bewijsbare geestelijke feit is. Goed is altijd goddelijk natuurlijk.
Het gezaghebbende bijbelverhaal in het eerste hoofdstuk van Genesis is een duidelijke weergave van de geestelijke werkelijkheid. Hierin maakte God, Geest, alles wat gemaakt is, en werd de mens naar het beeld en de gelijkenis van God geschapen. En toen Gods schepping volledig geopenbaard was, verklaarde Hij dat het zeer goed was. Alles wat God schept is compleet en heeft alles in zich wat nodig is voor volmaaktheid; en aldus wordt alles wat Hij schept op de juiste wijze bestuurd in functie en werking, en door Hem op de juiste wijze ondersteund en in stand gehouden. En omdat Gods wet regeert, is Zijn schepping vanzelfsprekend constant goed.
Het allereerste gebod luidt: “Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben” (Exodus 20:3). Deze krachtige boodschap is in strijd met het wel heel andere verhaal dat in het tweede hoofdstuk van Genesis wordt gepresenteerd. In die uiteenzetting lijkt de schepper geen controle te hebben over Zijn schepping, omdat al snel de dingen vreselijk misgaan. Daar is het kwaad aanwezig en de mens is ongehoorzaam, vervloekt, en raakt vervolgens gescheiden van God. De mens staat er dan alleen voor en hij ontbeert vaak het goede. Deze mens is overgelaten aan fouten maken en heeft vaak wanhopig behoefte aan iets dat hem redt.
Maar dit verhaal over de mens is gewoon niet waar. Het is niet in overeenstemming met de openbaring dat de éne God, Geest, Alles is, en dat Zijn schepping geheel geestelijk en goed is, niet stoffelijk en beperkt. Wanneer wij dit begrijpen en erop vertrouwen, blijven we gehoorzaam aan dat Eerste Gebod. Het bevrijdt ons ook van angst.
Overal in de Bijbel staan verhalen over mensen die verlost werden van gebrek, gevaar, ziekte en dood. Dat waren mensen die God liefhadden, vertrouwden en vereerden; en hun bevrijding kwam tot stand toen zij de harmonie van Zijn aanwezigheid en macht begrepen en vertrouwden, zelfs wanneer een of andere menselijke wet of een zogenaamde natuurwet leek te heersen. Zij waren getuige van een hogere wet, de wet van God; en zo werden veiligheid, overvloed, gezondheid en leven als werkelijkheid geopenbaard in hun ervaring.
Jezus toonde in zijn leven aan, door onderwijzen en genezen, dat Gods wet de enige wet is die de mens en het heelal bestuurt. Alles wat hij zei en deed was in overeenstemming met het feit van Gods onfeilbare bestuur van de schepping, waarin alles dat goed is al op z’n juiste plek is.
Jezus wist dat God onze Vader is en dat Gods liefde en zorg voorspelbaar, betrouwbaar en constant zijn. Die vaderliefde werd geopenbaard in de werken van Christus Jezus. Er is niets onzekers aan de wet van Liefde. Daarom verwachtte Jezus dat de blinde man zou zien, had hij de overtuiging dat zeven broden en een paar visjes een menigte zouden voeden, en vertrouwde hij erop dat mensen die gestorven waren zouden worden opgewekt. In elke situatie werd de volmaaktheid van Gods schepping aangetoond en in de nood voorzien.
Meer recent ontdekte Mary Baker Eddy de Wetenschap van de wet van God en hoe die in het dagelijks leven kon worden gedemonstreerd. Een bericht uit de Daily Inter-Ocean, opgenomen in haar boek Pulpit and Press, geeft verslag van haar genezing na een levensbedreigend ongeval. Er staat dat zij zich “plotseling bewust werd van een goddelijk licht en geestelijke bijstand” en toen was zij genezen (blz. 34). Aanvankelijk dacht zij dat het een wonder was, maar na uitvoerige bijbelstudie begreep ze de geestelijke betekenis van Jezus’ leer en genezingswerk. Verder staat er in het verslag: “Mevrouw Eddy kwam tot het inzicht dat de Christusgenezing niet wonderbaarlijk was, maar gewoon een natuurlijke vervulling van de goddelijke wet – een wet die evengoed geldt in de wereld van vandaag als negentienhonderd jaar geleden” (blz. 35).
Dat is de openbaring van Christian Science – dat Gods volmaaktheid tot uitdrukking wordt gebracht in en als Zijn volmaakte schepping, waar alles voortdurend onder Zijn wet van voorziening en veiligheid is. Er ontbreekt niets, er gaat niets fout dat verbeterd moet worden, er is niets in gevaar. Er is slechts God en Gods goedheid. En dit geestelijk feit, als het is begrepen, kan worden aangetoond in het genezen van ziekte en het louteren van het menselijk karakter.
Ik wil graag over een genezing vertellen die mij heeft laten zien dat – in weerwil van wat algemeen als wet wordt geaccepteerd (dat ongelukken mogelijk zijn en pijnlijke omstandigheden deel uitmaken van het leven) – het Gods wet is die bestuurt.
Toen ik een keer aan het koken was spatte er heet vet op mijn arm. Ik voelde geen pijn en er was geen enkele verbrande plek te zien. Ik was vol ontzag over hoe ik beschermd was. Enige tijd later brandde ik mijzelf weer, maar dit keer was er pijn en ongemak. Ik begreep niet hoe ik in het ene geval beschermd was geweest tegen pijn en niet in het andere geval.
Toen ik er met een vriendin over sprak, vroeg zij zich af of ik in het eerste geval mijn bescherming als een soort wonder had beschouwd. Met andere woorden, dacht ik dat hoewel ik een of andere natuurwet had geschonden, ik wonderwel was beschermd? Dat zou betekenen dat ik niet de constante werkzaamheid van Gods wet had erkend. In plaats van mijn bescherming te zien als blijk van Gods wet in werking, had ik toch de mogelijkheid geaccepteerd dat ik me kon branden. Na dat gesprek had ik veel om over na te denken.
Na een poosje brandde ik mijzelf weer. Op dat moment was het me onmiddellijk duidelijk dat ik de keus had wat ik als de waarheid accepteerde. Had ik mij aan iets gebrand of niet? Ik herinner me dat ik dacht: “Nee, ik kan mij niet branden.” Ik was er duidelijk van overtuigd dat Gods wet van volmaakt bestuur en zorg Zijn schepping omvat. Geestelijke feiten heffen alle zogenaamde natuurwetten op. Ik wist dat dit voor mij waar was, evenals voor al Gods kinderen, omdat mijn werkelijke natuur geestelijk is en bestuurd wordt door God. Dit geestelijke feit kon op dat moment worden aangetoond, en zo gebeurde het. Geen enkel gevoel van pijn of enig ander teken van verbranding volgde.
Genezing is belangrijk in ons leven – ik ben heel dankbaar voor de troost en vrijheid die elke genezing brengt, zelfs de bescheiden genezing die ik hier verteld heb. Maar een genezing is zoveel meer dan de fysieke bescherming of beterschap. Genezing is het begrijpen van Gods wet van het goede die ons leven bestuurt en het inzicht dat harmonie, veiligheid en gezondheid natuurlijk en blijvend zijn. Dus als wij bidden voor genezing, is het belangrijk te weten dat wij in feite bezig zijn de geestelijke werkelijkheid te bevestigen en te demonstreren, te begrijpen dat welzijn en vreugde natuurlijk voor ons zijn als Gods ideeën, en dat dit in onze menselijke ervaring duidelijk kan worden gemaakt.
Het is helpend om te overdenken wat wij meenemen van een genezing – de geestelijke feiten die ons duidelijker zijn geworden door de genezing. Mijn “take-away” van deze genezing? Een helderder inzicht dat genezing het natuurlijk resultaat is als wij Gods wet van het voortdurende, consistente goede begrijpen, en dat deze wet kan worden aangetoond in ons leven.