Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Waar woont u?

De Christian Science Heraut - 26 januari 2018

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 27 november 2017 editie van de Christian Science Sentinel.


Als kind ging ik ieder jaar naar een zomerkamp. Toen ik voor de eerste keer ging, was ik bang om van huis weg te gaan. Mijn moeder hielp me pakken en vroeg me of ik wist waar ik woonde. Waar was mijn thuis?

Nadenkend over wat ik in de Christian Science zondagsschool had geleerd, werd ik mij ervan bewust dat ik als een kind van God nooit gescheiden was van Gods liefde. Waar ik ook heenging, ik had mijn geestelijk begrip van thuis bij me, omdat ik wist dat ik altijd een inwoner in het koninkrijk der hemelen was – de  “schuilplaats van de Allerhoogste”, zoals de Bijbel zegt (Psalm 91:1). Toen ik dit begreep bevrijdde dit mij van de angst om van huis weg te zijn.

Nadat mijn familie ons huis later verkocht had, leefden we in een 5 meter lange woonwagen en reisden een jaar lang door de Verenigde Staten. We maakten grapjes over hoe benauwd het was te wonen in een postbus – ons enige adres. Omdat ons huis niet gebonden was aan een bepaalde plek, leerde ik mij thuis te voelen waar ik ook was. Ten slotte is God overal aanwezig, dus ik wist dat we nooit buiten Zijn liefdevolle zorg en bescherming konden raken.

Later hielp dit begrijpen mij om me snel aan te passen aan een nieuwe omgeving toen ik als volwassene uitgebreid de wereld rond reisde, allerlei plaatsen bezocht en werkte in locaties die zo totaal verschillend leken van alles wat ik kende.

Jaren later, na het overlijden van mijn man, kwam ik voor een nog grotere uitdaging te staan toen ik ons zeer geliefde huis moest verkopen. Het voldeed niet meer aan mijn behoeften en de afstand tussen mijn werk en thuis was honderdzestig kilometer. Ik was nog steeds emotioneel gehecht aan het huis en ik voelde me verslagen bij het vooruitzicht er afscheid van te moeten nemen. Ik had zoveel veranderingen in mijn leven meegemaakt, en ik wilde alleen maar naar huis – terug naar mijn leven zoals het vroeger was. Maar dat was natuurlijk niet mogelijk.

Hunkerend naar een antwoord herinnerde ik mij de leiding die in de Kerkhandleiding van De Moederkerk staat, de besturende Voorschriften voor leden van The First Church of Christ, Scientist – en in het bijzonder een Voorschrift getiteld “Een Regel voor Beweegredenen en Handelingen.” Het begint: “Noch vijandschap noch louter persoonlijke gehechtheid mag de drijfveer zijn voor de beweegredenen en handelingen van de leden van De Moeder-Kerk. In de Wetenschap bestuurt alleen de goddelijke Liefde de mens …” (Mary Baker Eddy, blz. 40). 

Dit gaf mij een nieuw perspectief op mijn verlangen om terug te gaan naar mijn vorige huis en leven. Ik realiseerde mij dat het een vorm van persoonlijke gehechtheid was die mij ervan weerhield om volledig gehoorzaam te zijn aan God. Ik moest dit persoonlijke gevoel van thuis laten varen en de goddelijke Liefde mij laten besturen, in het vertrouwen wat Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift verklaart: “Elk volgend stadium van ervaring ontvouwt nieuwe inzichten in de goddelijke goedheid en liefde” (Mary Baker Eddy, blz. 66). Ik zag in dat ik vooruit moest kijken naar nieuwe vooruitzichten in plaats van vast te houden aan de oude.

Toen ik mijn hart opende voor God, leidde dit mij ertoe naar het voorbeeld van Christus Jezus te kijken. Gedurende zijn zending had hij geen vast woonadres, en toch was hij nooit echt thuisloos. Hij was gehuisvest, werd gevoed en verzorgd als inwoner in die “schuilplaats van de Allerhoogste.”

Hoe kan men een vaste greep krijgen op het besef zijn thuis te hebben in deze goddelijke woonplaats? Door te erkennen dat iemands thuis niet een bepaalde plek is, maar een geestelijke staat van denken. Als wij ons voortdurend tot God keren, zoals Jezus deed, kunnen wij gaan zien dat wij al in geestelijk opzicht een thuis hebben en dat er voor ons gezorgd wordt. En we kunnen verwachten dat er in onze noden wordt voorzien, net zoals wij kunnen zien dat God continu voor Jezus zorgde.

Door gebed en de studie van Christian Science begon ik mij een nieuw begrip te vormen van dit ware thuis in de goddelijke Liefde. In mijn gedachten stond het op het fundament van het goddelijk Beginsel, was het ontworpen met oneindige wijsheid, beschermd door Waarheid, geschilderd met vriendelijkheid, gemeubileerd met Liefde – en was het zaad van Ziel verspreid in de tuin.

Toen liet ik het alles over aan God. Dat wil zeggen, ik vertrouwde welbewust op Gods actieve leiding van elk detail en liet het op Zijn wijze ontvouwen. Ik begon me weer veilig te voelen. Het verlangen naar het verleden werd vervangen door de verwachting van het goede van God.

Omdat ik er niet zeker van was waar ik thuishoorde werkte ik met makelaars in twee plaatsen. Maar in mijn hart voelde ik mij al thuis en was dankbaar. Op een dag toen ik van de markt terugreed volgde ik een “Open Huis” bord en werd ik naar mijn nieuwe huis geleid. Dit huis voorziet in alles wat ik nu nodig heb en het is in elk opzicht even bijzonder als het huis dat ik achter moest laten.

De mens als Gods volledige geestelijke weerspiegeling is nooit thuisloos of ontheemd. Hij is geen slachtoffer van veranderende omstandigheden waaronder extreem weer of andere natuurrampen, economische schommelingen of welke vorm van disharmonie ook. Het enige dat we moeten doen is ons hart openstellen voor God om in te zien dat onze eenheid met Hem ons eeuwigdurende thuis is, en dat we dit thuis nooit kunnen verlaten of verliezen, omdat het ons nooit verlaat of verliest.

Een regel in een gezang luidt: “… geen [kan] Uw hoede, Uw alziend oog, ontgaan” (Violet Hay, Gezangboek van Christian Science, nr. 66). In welke situatie wij ons dus ook bevinden, we zijn nooit buiten Gods zorg. We leven en zijn altijd thuis in de goddelijke Liefde.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.