Mijn vriendin en ik kampeerden met haar familie in de woestijn en we hadden het reuze naar onze zin. Overdag reden we ieder op een crossmotor om een drooggevallen meer heen. ’s Nachts sliepen we in een camper. Alles was zo nieuw en anders en leuk!
Maar op een nacht werd ik wakker omdat de camper hevig rammelde. Eigenlijk was het niet alleen rammelen. Het was rammelen en schudden, want het waaide buiten zo hard. Het voelde helemaal niet zo stevig als mijn eigen huis. Ik was bang dat de camper omvergeblazen zou worden – met ons erin!
Als er een storm opsteekt of de wind huilt of als we ergens bang voor zijn, is er dan iets dat we kunnen doen? Ik was eraan gewend naar mijn moeder te rennen als ik bang was en dan bad ze met me. Soms zongen we een van de gezangen van Mary Baker Eddy die ik had geleerd op de zondagsschool. Maar mijn moeder was er niet. Ik kon niet naar haar rennen voor hulp.
Toen herinnerde ik me iets anders dat ik op de zondagsschool had geleerd. In de Bijbel staat: “God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtig bevonden een hulp in benauwdheden”(Psalm 46:2). Ik wist dus dat er iets was dat ik zelf kon doen. In plaats van te luisteren naar de angstige gedachten, kon ik naar God luisteren. Ik kon bidden en God zou mij helpen.
Ik had het onzevader en de geestelijke verklaring ervan geleerd in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy. Dus ik begon daarmee te bidden. Toen ik bij de regel kwam in het gebed die zegt: “Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op de aarde” met de geestelijke verklaring: “Geef ons het besef, dat God – gelijk in de hemel alzo ook op de aarde – almachtig, oppermachtig is” (blz. 17), stopte ik en dacht na over wat dat betekende.
Ik begreep dat God de enige oppermacht was, overal en altijd. Dit betekende dat Hij alles bestuurde. Hij had zelfs de wind “in Zijn handen” (Christian Science Hymnal, Hymns 430-603, Nr. 492). Met die gedachte wist ik direct dat de wind mij of de camper of mijn vriendin en haar familie, onmogelijk kwaad kon doen, want we waren allemaal gehuld in Gods liefdevolle bescherming. Zijn liefde was de macht, niet iets angstigs of vernietigends.
Ik voelde me zo bemoedigd. Alle angst verdween en ik sliep de rest van de nacht rustig. En de volgende morgen begonnen mijn vriendin en ik meteen weer plezier te maken.
Zelfs als allerlei dingen angstig lijken, zijn we nooit alleen of hulpeloos. Onze Vader-Moeder God is altijd bij ons, en zorgt voor ons en beschermt ons. En we kunnen ons tot onze hemelse Vader-Moeder wenden en Gods tedere belofte horen: “Je bent veilig.”