Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Christian Science verpleging: geestelijke discipline en praktische verzorging waaraan wij allemaal onze medewerking kunnen verlenen

De Christian Science Heraut - 23 juli 2018

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 28 mei 2018 editie van Christian Science Sentinel.


Alle verpleging houdt verzorging in, maar Christian Science verpleging is uniek; de kern van deze vorm van verzorging is de erkenning van Gods goedheid, heerschappij en almacht. Het eerste hoofdstuk van Genesis – met de overtuigende bevestiging dat God Zijn schepping formeert, ondersteunt en handhaaft – geeft een bezielende basis voor Christian Science verpleging.

Toen ik erover nadacht om een inleidende cursus te gaan volgen van een geautoriseerd trainingsprogramma voor Christian Science verpleegkundigen, las ik de vier evangeliën door in het Nieuwe Testament. Ik vond veel gelijkenissen en onderwijzingen van Christus Jezus die volgens mij te maken hadden met de missie van Christian Science verpleging. Dit bracht mij ertoe de cursus te volgen en, na drie jaar van veelomvattende training en ervaringen, begon ik te adverteren in The Christian Science Journal als Christian Science verpleegkundige.

Wat mij aantrok tot dit werk was het geestelijk uitgangspunt, gebaseerd op een begrijpen van God als oneindige Geest, de bron van alle heelheid en gezondheid. Mary Baker Eddy, de Ontdekster en Grondlegster van Christian Science, beschrijft de rol en missie van een “Christian Science Verpleger” in de Handleiding van De Moeder-Kerk als volgt: “Een lid van De Moeder-Kerk, dat als verpleger of verpleegster optreedt, moet een bewijsbare kennis hebben van de toepassing van Christian Science, moet grondig op de hoogte zijn van de praktische wijsheid in de ziekenkamer vereist en moet de zieken behoorlijk kunnen verzorgen” (blz. 49).

Deze verzorging omvat bekwame, praktische hulp bij voeden, baden en wondverzorging. Maar voor een Christian Scientist die “behoorlijke verzorging” verleent bij ziekte of letsel, is ook geestelijke standvastigheid, discipline en toegewijd gebed een vereiste. “Voor de Christian Science genezer,” stelt Mary Baker Eddy in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, “is ziekte een droom, waaruit de patiënt moet worden gewekt” (blz. 417). De lessen die ik geleerd heb van mijn eigen genezingen – vaak met hulp in gebed van een Christian Science practitioner – hebben in mij de “bewijsbare kennis” versterkt van de toepassing van Christian Science, waaraan het Voorschrift van de Handleiding refereert. Het begrijpen dat iedereen in werkelijkheid geestelijk, gezond en rein is, omdat wij de weerspiegeling zijn van de goddelijke Geest, ondersteunt het ontwaken van de patiënt tot het feit dat ziekte geen deel is van hun werkelijke wezen.

De rol van de Christian Science practitioner en de rol van de Christian Science verpleegkundige zijn verschillend, maar vullend elkaar wel aan. De practitioner geeft Christian Science behandeling, richt zich in gebed tot de gedachten van de patiënt om diens denken op te heffen tot een geestelijke begrip van de werkelijke situatie. De Christian Science verpleegkundige steunt de patiënt door voor zichzelf de harmonieuze, geestelijke werkelijkheid te erkennen en te handhaven. Op verzoek van de patiënt of van de practitioner, leest de verpleegkundige bemoedigende teksten voor uit de Bijbel, Wetenschap en Gezondheid, en andere Christian Science literatuur.

Op deze verschillende wijzen steunen beiden de patiënt in zijn geestelijk ontwaken van de bedrieglijke illusie van de stoffelijke zinnen – die lijden en wanhoop accepteren als tragische feiten van het bestaan – tot de herkenning van de ware identiteit van de mens als de uitdrukking van God, het onbegrensde Gemoed. Het is de macht van het goddelijk Gemoed, de levende God, die gezondheid, verlossing, genezing en uitsluitend het goede geeft.

Tijdens mijn dienst in een Christian Science verpleeghuis werd er een jongeman binnengebracht met ernstige verwondingen als gevolg van een fietsongeluk. Ik verzorgde zijn wonden en een Christian Science practitioner voorzag in Christian Science behandeling door gebed. Terwijl ik aandacht gaf aan zijn fysieke behoeften, bevestigde ik in stilte dat zijn ware identiteit als de uitdrukking van God, de goddelijke Ziel, geestelijk en onvernietigbaar is. Deze geestelijke identiteit kan niet beschadigd of aangetast worden. Met deze bevestiging richtte ik mij niet specifiek op zijn gedachten, maar hield de waarheid van de situatie voor mijzelf duidelijk voor ogen.

De jongeman bleef die nacht in het verpleeghuis, maar hij kon de volgende dag zijn collegeklassen bijwonen. Hij kwam terug om het verband te laten verwisselen, maar na drie dagen was dat niet meer nodig. Hij betuigde veel dank voor de bijdrage van Christian Science verpleging aan zijn snelle en complete genezing.

Christus Jezus’ gelijkenis van de barmhartige Samaritaan is een voorbeeld van liefdevolle en praktische verzorging (zie Lukas 10:25-37). Terwijl anderen een gewonde man voorbij liepen, toonde de Samaritaan de bereidheid, de praktische ervaring en had de benodigdheden (zoals zwachtels en olie) om onmiddellijk hulp te verlenen. Hij verstrekte ook de middelen om in verdere zorg te voorzien.

Op gelijke manier is het van belang voor de Christian Science verpleegkundige om grondig voorbereid te zijn en bekwaam om specifieke, praktische hulp te verlenen. Het is echter de dagelijkse toepassing van Christian Science en het streven om geestelijke eigenschappen uit te drukken die wijzen op de volle reikwijdte van het doel en de missie van een Christian Science verpleegkundige. De metafysische definitie van olie in de Verklarende Woordenlijst van Wetenschap en Gezondheid verschaft een goed inzicht in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan en in het werk van de Christian Science verpleegkundige: “Wijding; naastenliefde; zachtheid; gebed; hemelse bezieling” (blz. 592).

Met zulke eigenschappen, die inherent zijn aan ieder van ons, kunnen wij in gebed onze ware aard en die van anderen hooghouden als Gods beeld en gelijkenis – intact, smetteloos en heel – terwijl wij de verzorging geven die nodig is. Dit erkennen van de geestelijke werkelijkheid verandert onze menselijke ervaring. Het universum van Geest is het werkelijke universum, en de macht van de oneindige Geest verheft de gedachten boven de moeilijkheden die we ondervinden – zowel in een ziekenkamer als daarbuiten – tot het hoger begrijpen van de goddelijke Waarheid, God. En bovenal, door het erkennen van ieders identiteit als een uitdrukking van de goddelijke Waarheid en het goddelijk Leven, verdwijnt de vrees.

Hierdoor worden strijd en lijden met wortel en tak uitgeroeid in het bewustzijn. De gedachten verschuiven van een stoffelijk naar een geestelijk besef van het bestaan. Dit redeneren in gebed, waartoe wij allemaal in staat zijn, is gebaseerd op de macht van de waarheid van het geestelijk zijn – de alheid van God, het goede – dat ons vrijmaakt van het geloof in stoffelijke beperkingen en ons vreugde en genezing brengt.

Wanneer we zwichten voor het begrijpen van het goddelijk Gemoed en bevestigen dat Gemoed de onbeperkte capaciteit heeft om heelheid, orde en vrede te bewaren, heeft dit een krachtige uitwerking op onze geestelijke verpleging. Omdat ieder van ons dit Gemoed weerspiegelt, kunnen wij allemaal effectief bijdragen aan het koesteren, of verplegen, van het zich ontvouwend bewijs in de menselijke ervaring van Gods universele bestuur, voor altijd gevestigd.

Alistair Budd
Gastschrijver van de redactie

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.