Ik was geamuseerd door een analogie die mijn man gebruikte in een gesprek dat we voerden over gebed. Het had te maken met het beschrijven van een kat.
“Je zou kunnen zeggen,” zei hij, “dat katten nooit meer dan zes poten hebben. Katten zijn nooit groter dan een huis. Bovendien spreken katten geen Duits.“
Die beweringen zijn allemaal zeker waar, maar ze beschrijven katten niet echt. Zeggen wat een kat wel is, is effectiever dan beschrijven wat hij niet is.
Mijn man en ik hadden allebei de effectiviteit van gebed gezien zoals we erover in Christian Science hadden geleerd. Dit gebed is fundamenteel gebaseerd op wat werkelijk is: De alheid en goedheid van God, Geest en de grootsheid van Gods geestelijke schepping. Maar we hadden ook geleerd dat er een ander element was dat soms nuttig kan zijn in gebed: Ontkenning.
Ontkenning, zoals Mary Baker Eddy, de ontdekster van Christian Science, de term gebruikt, betekent niet dat we het probleem waarmee we worden geconfronteerd, negeren. Integendeel, ontkenning van onjuiste beweringen over God en Zijn schepping kan ons heroriënteren naar wat echt en waar is.
Een voorbeeld van dit soort ontkenning zou kunnen zijn: "God heeft geen ziekte geschapen, dus ziekte is geen realiteit." We kunnen dergelijke uitspraken doen omdat het begrip van God als het hoogste goede de onmogelijkheid van het bestaan van iets anders dan het goede blootlegt.
Ontkennen kan nuttig zijn als het onze gedachten afwendt van iets dat zo overweldigend is dat we er volledig door in beslag worden genomen. Maar ontkennen alleen gaat niet ver genoeg. Het is slechts één stap die ons niet vertelt wat waar is – alleen wat onwaar is.
Dus hoewel ontkennen een aspect van gebed kan zijn, is het belangrijk om te onthouden dat het absoluut niet alles is. Jezus, die ons het ultieme voorbeeld gaf van effectief gebed en genezing, zei niet: U zult het bestaan van iets anders dan het goede ontkennen, en de ontkenning zal u vrijmaken. Hij vertelde ons: "U zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken" (Johannes 8:32). Deze waarheid is de werkelijkheid van al het goede dat God is – Zijn liefde, wijsheid en gezondheid die zich door de hele schepping verspreiden.
In haar boek Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift geeft Mary Baker Eddy prachtige instructies om doeltreffend te bidden. Ze schrijft bijvoorbeeld: “Bij het ontwaren van de oneindige taak, die de waarheid ons oplegt, houden wij stil – verbeiden wij God. Dan spoeden wij ons voorwaarts, totdat de onbegrensde gedachte in verukking voorschrijdt en het onbeperkte begrip zijn vleugels uitslaat om de goddelijke heerlijkheid te bereiken” (blz. 323).
De draagwijdte van deze instructie werd me glashelder toen ik op zoek was naar een beter resultaat van mijn gebed. Ik had het gevoel dat ik er geen vat op kreeg. En hoewel ik al eerder genezingen door gebed had ervaren, had ik een hardnekkige uitslag op mijn handen die niet wilde verdwijnen, hoeveel ik ook bad. Dus, zoals mijn gewoonte is, vroeg ik God om leiding en die passage in Wetenschap en Gezondheid trof me meteen.
Na het lezen van die woorden, bekeek ik de manier waarop ik had gebeden. Ik realiseerde me tot mijn verbazing dat ik het grootste deel van mijn gebed had besteed aan het ontkennen van de realiteit van een storende aandoening in plaats van me te verheugen in Gods aanwezigheid en macht. Maar Mary Baker Eddy zegt in die passage niets over ontkenning.
Ik haalde de zinnen uit elkaar en volgde haar instructies. Ik ontwaarde, of keek naar “de oneindige taak, die de waarheid ons oplegt.” Wat doet de waarheid? Hij verlost; onthult datgene wat hervorming nodig heeft; geneest – en meer. Ik ontdekte dat deze aanpak beslist anders was dan wat ik had gedaan. Waarheid was vreugdevol! (Ik had niet veel vreugde gevoeld in al mijn ontkenningen.)
Dan was er het allerbelangrijkste: “[wij] verbeiden God.” Dat bracht me van m’n stuk. Wat? Moest ik wachten op God en stoppen met praten? Ik realiseerde me dat ik het zo druk had met God te vertellen wat wel en niet waar was over Zijn universum dat ik onmogelijk kon horen wat God zou zeggen.
Dus ik werd stil en luisterde. In het begin was het moeilijk, maar ik hield vol en liet het tumult mentaal los. Het resultaat was een heerlijk besef van Gods alomtegenwoordigheid en almacht. Het voelde alsof de dag aanbrak.
Vervolgens: "dan spoeden wij ons voorwaarts.” We kruipen of slenteren niet; we gaan geestdriftig voorwaarts. En we stoppen niet "totdat de onbegrensde gedachte in verukking voorschrijdt en het onbeperkte begrip zijn vleugels uitslaat om de goddelijke heerlijkheid te bereiken." Dat deel van de zin omschreef opeens voor mij een doel van gebed: een bewustzijn van het allesomvattend goede, dat automatisch alles uitsluit dat in tegenstelling is tot het goede. En daar vinden we genezing.
Binnen enkele uren nadat ik op deze manier had gebeden, was de hardnekkige uitslag volledig en voorgoed genezen – en ik had er geeneens specifiek voor gebeden. Ik kreeg inzicht in het belang om een bewust besef van Gods goedheid te behouden. Sterker nog, deze ontvouwing bracht een revolutie teweeg in mijn benadering tot gebed, die ik sindsdien veelvuldig heb gebruikt in mijn Christian Science-praktijk.
Aangezien het begrijpen van wat echt en waar is ons vrijmaakt, waarom zouden we dan soms overmatig gebruik maken van ontkenning? Terwijl ik over deze vraag nadacht, was het nuttig om te onthouden dat de tactiek van wat de Bijbel het denken van het vlees noemt – zich afwenden van God – altijd probeert ons ervan te weerhouden de waarheid te erkennen. Het zou ons in de negatieve staat willen houden van een overvloed aan ontkenningen, omdat dit onze gedachte kan verduisteren voor de waarheid van ons wezen.
Dus is ontkenning ooit nuttig? Wanneer ik onder de indruk ben van ziekteverschijnselen of andere nare dingen zal ik soms ontkenningen gebruiken om me te bevrijden uit de greep van hulpeloosheid, zodat ik God kan horen. Evenzo als ik bang ben of zo afgeleid dat ik me gescheiden van God voel. Bovendien, om ontvankelijk te zijn voor wat waar is, is het soms nuttig om de gedachte te onttrekken aan wat overtuigend echt lijkt. Ontkennen helpt daarbij. Maar vaak is het verleidelijk om te ontkennen, ontkennen, ontkennen en het daarbij te laten.
Genezend gebed gaat veel verder dan ontkenning en brengt ons in het hart van het goddelijk oneindige. Hier communiceren we met onze bron, onze liefhebbende Vader-Moeder. Hier ervaren we het rijk van Geest, Ziel, waar de “gedachte in verruking voortschrijdt.” Hier begrijpen we de voortreffelijke schoonheid van de schepper die alle werkelijkheid omvat. Hier vinden we inspiratie die resulteert in genezing.