Op een dag merkte ik dat mijn poes, Gerard, symptomen van een kattenziekte liet zien. Ik herkende de verschijnselen, want ik had eerder andere poezen verloren door dezelfde ziekte. Dit wilde ik niet weer laten gebeuren, dus ging ik naar Christian Science om hulp te zoeken.
Toen ik een kind was ging ik naar een Christian Science zondagsschool, maar als tiener was ik afgedwaald van Christian Science. En nu, tientallen jaren later, had ik zelfs geen Bijbel of Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy. Daarom ging ik online en vond enkele artikelen in de Sentinel en The Christian Science Journal om te lezen. Ik luisterde ook naar de wekelijkse bijbelles die staat in het Christian Science Kwartaalboekje.
Een paar maanden ging ik door met studeren en bidden, maar het ging niet beter met de poes. Hij had geen eetlust en was mager en erg zwak geworden.
Ik werd bang en daarom belde ik een Christian Science practitioner en vroeg haar om te helpen door gebed. Ze was heel liefdevol en sprak over de liefde en zorg van God voor Gerard en voor mij. Ze legde uit dat God almachtig is en de gezondheid van Zijn schepping voor altijd in stand houdt. Ik herinnerde me van mijn dagen in de zondagsschool dat Christian Science de woorden gezondheid, heiligheid en volledigheid vaak samen gebruikte als de eigenschappen van God, het goddelijk Gemoed,en dat Hij deze elementen van Zijn natuur altijd uitdrukt in Zijn schepselen, die Zijn geestelijke ideeën zijn.
Ik ging nog een paar weken door met Christian Science te bestuderen en te bidden terwijl ik contact hield met de practitioner, die deze tijd doorging met voor ons te bidden.
Op een dag besloot ik Gerard te onderzoeken voordat ik de practitioner belde. Ik moet toegeven dat ik het slechtste verwachtte toen ik hem onderzocht. De angst scheen me op dat moment te overweldigen, maar op het allerlaatste moment wendde ik me plotseling helemaal en zonder voorbehoud tot God. In die flits voelde ik een diepe en nederige overgave aan het geestelijke feit dat, zoals Christus Jezus zei: “Ik kan van mijzelf niets doen” (Johannes 5:30). Ik kon zien dat ik niet verantwoordelijk was voor de gezondheid van de poes, maar God, die oneindig goed is. God, de goddelijke Liefde, bestuurde ons allebei, en al Zijn schepselen, in harmonie.
Toen ik de deur opendeed, tilde Gerard zijn kop op, ging staan en liep naar me toe. Ik ging naast hem zitten, praatte een beetje tegen hem, pakte hem toen op en ging naar de keuken. Ik zette wat eten en water voor hem neer om te zien of hij ging eten en dat deed hij! De vreugde die ik voelde was overweldigend. Ik liet hem even daar om de practitioner te gaan bellen.
Toen ik weer in de keuken kwam, stond Gerard stevig naast zijn etensbak, enthousiast etend. En dat niet alleen, maar in die minuut dat ik even weg was om te telefoneren, had hij plotseling zijn normale gewicht en omvang teruggekregen. Nog nooit had ik zoiets eerder gezien of ervaren. Hij was volkomen genezen. Er was absoluut geen teken dat er ooit enige moeilijkheid was geweest.
Toen ik dit aan de practitioner vertelde, legde ze uit dat mijn bewustzijn van de goddelijke Liefde die zijn schepping bestuurt, de Christus, Waarheid, is die het geloof doorboort dat stof de gezondheid en het bestaan van Gods schepping bestuurt. Ik keek dwars door dit valse geloof heen en vond mijn poes in volmaakte gezondheid.
Mijn hart loopt over van dankbaarheid voor Christian Science en voor deze genezing, en ik ben nooit meer zonder mijn Bijbel en Wetenschap en Gezondheid geweest.
Tonia Benoist
Wichita, Kansas, VS.