Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Wees bereid stand te houden met God

De Christian Science Heraut - 20 april 2018

Oorspronkelijk gepubliceerd in de april 2018 editie van The Christian Science Journal.


Lange tijd was het mij niet duidelijk wat Christus Jezus bedoelde met zijn uitspraak in de Bergrede: “Weest haastig welgezind jegens uw tegenpartij, terwijl gij nog met hem op de weg zijt” (Matthéüs 5:25), die leek te betekenen dat hij zijn volgelingen leerde het eens te zijn met hun vijanden. Maar ik ben tot de ontdekking gekomen dat “welgezind zijn” in deze tekst kan betekenen een geschil bijleggen, tot begrijpen komen, of ophouden met argumenteren. Dit is wat anders dan je neer te leggen bij wat de vijand zegt of de tegenstander zijn zin te geven.

In bijbelse tijden, als twee partijen het niet eens waren over iets, legden zij een lange afstand af om een rechter te bezoeken die over de zaak zou beslissen. Tijdens deze reis trokken de twee partijen dagenlang samen op, gebruikten samen de maaltijden en sliepen onder hetzelfde dak, omdat ze dezelfde weg bewandelden. Nadat ze zoveel tijd samen doorgebracht hadden, ontstond er vaak een vriendelijke verstandhouding en keerden zij terug naar huis zonder dat zij de rechter hoefden te raadplegen. Deze overeenkomst betekende niet noodzakelijkerwijs dat er een schikking was getroffen tussen de partijen of dat de een toegaf aan de ander. Zij beseften gewoon dat het geen zin had om te argumenteren.

Mary Baker Eddy, de Ontdekster en Grondlegster van Christian Science, zag dat deze opdracht van Jezus toegepast kon worden op de genezing van ziekte. Zij schreef: “Wees spoedig bereid het eens te zijn met uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op de weg zijt. Laat geen aanspraak van zonde of ziekte zich aan uw gedachten opdringen. Wijs die af in de vaste overtuiging dat zij onwettig is, omdat u weet dat God evenmin de verwekker is van ziekte als van zonde” (Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, blz. 390).

Ziekte is een geloof van het sterfelijk gemoed, de naam in Christian Science voor het verkeerde geloof in iets dat tegengesteld is aan het onsterfelijk goddelijk Gemoed (of God). Het sterfelijk gemoed kan een conflict of onenigheid lijken te hebben met het geestelijk feit dat God Zijn kinderen harmonie geeft. Maar omdat de suggestie van disharmonie een leugen is, is het zelfs niet waard om te argumenteren met het sterfelijk gemoed over zijn onjuiste beweringen. We kunnen die gewoon afwijzen. We kunnen het erover eens zijn dat wij het oneens zijn met het sterfelijk gemoed. Dit ontneemt het alle zogenaamde macht, steunt geestelijk denken en bemoedigt geïnspireerd, krachtig gebed.

Wanneer wij geconfronteerd worden met een of ander fysiek of mentaal probleem, is het van groot belang dat we standhouden met God, het goede. De sterfelijke of lichamelijke zintuigen zouden het leven van de mens willen voorstellen als één grote strijd – buiten Gods bescherming en zorg, onderhevig aan conflicten, en waar vrede ver te zoeken is. Als we midden in het kabaal van deze stoffelijke zintuigen zitten, kan het moeilijk lijken onze gedachten tot rust te brengen en de geestelijke waarheid te beseffen. Maar in werkelijkheid zijn we inherent onafscheidelijk van God, onze goddelijke bron van het leven. We lezen in de Bijbel: “Want in Hem leven wij, en bewegen ons, en zijn wij” (Handelingen 17:28).

Betekent “overeenkomen om het oneens te zijn” dat we de problemen die we in ons leven hebben gewoon negeren en dat ze dan verdwijnen? Nee, precies het tegenovergestelde. Het is belangrijk onderscheid te maken tussen het afwijzen van dwaling als nietsheid en dwaling blindelings onder de tafel schuiven. Iedere veronderstelling dat God minder zou zijn dan almachtig moet geconfronteerd en blootgelegd worden als een leugen. We moeten erkennen wat verkeerd is in ons denken, zien dat de foutieve gedachte onwettig is en hem dan afwijzen.

Om dit effectief te volbrengen, is het nodig dat wij God begrijpen en vertrouwen. Wanneer we ernaar streven God te begrijpen, vragen wij nederig dat onze gedachten geleid en verheven worden door de Christus, Waarheid. Als resultaat hiervan wordt het conflict tussen de geestelijke waarheid en de valse stoffelijke bewering irrelevant, omdat wij boven de leugen zijn uitgestegen en onze ware geestelijke aard hebben gezien als de volmaakte weerspiegeling van God. Als we in de goddelijke Liefde verblijven zijn we zelfs niet op hetzelfde vlak als de materie of het sterfelijk gemoed. Het wordt onmogelijk op een argument in te gaan tussen de stof en Geest. Net zoals licht en donker zich niet kunnen vermengen, kunnen de stof en Geest niet werkelijk samengaan, laat staan dat ze met elkaar redetwisten.

Als we ons in een situatie bevinden waar we weifelen tussen Geest en de stof, en afwachten welke kant de meest overtuigende verklaring aanreikt, beginnen we aan een reis om de rechter te zien. Maar, als we de opdracht van Jezus gehoorzamen, en als we onszelf identificeren als Gods geestelijk idee, dan stijgen we boven de verwarring uit. In wezen zijn we bereid het eens te zijn over het feit dat we van mening verschillen door eenvoudigweg op te houden met argumenteren over wat onwerkelijk is. We weten dat God Alles is en we beginnen inzicht te krijgen in onszelf als geheel onscheidbaar van Gods alheid, en daaruitvolgend, als de natuurlijke weerspiegeling van God. Dit maakt dat onze gedachten opgetild worden uit de sombere chaos van de stoffelijke situatie door de werking van de Christus.

Onlangs werd ik wakker omdat mijn dochter hoestte in haar slaapkamer aan de andere kant van de gang. Toen ze naar bed ging had ze alle tekenen van een ziekte die te maken had met het seizoen. Mijn eerste reactie was geweest, zoals wellicht iedere ouder gereageerd zou hebben, haar te verzekeren dat een nachtje slapen altijd helpt en dat ze zich de volgende ochtend veel beter zou voelen.

Aanvankelijk hoopte ik heimelijk dat het probleem vanzelf weg zou gaan. Maar toen ik ’s nachts wakker werd door haar gehoest, realiseerde ik mij dat ik verzuimd had mij boven het ziekte-argument van het sterfelijk gemoed te verheffen. Op dat moment wist ik wat ik doen moest. Ik moest bereid zijn het oneens te zijn met de valse aanspraak van ziekte, het argument verwerpen van het sterfelijk gemoed (dat de stof werkelijk is en ziek kan worden), en me met mijn gehele hart tot God wenden voor hulp.

Hoewel ik mijn dochter nog steeds hoorde hoesten, was het duidelijk dat ze sliep en mijn zorg niet onmiddellijk nodig had. Ik begon te bidden in mijn kamer. Ik bevestigde dat God Alles is. Wat een machtig uitgangspunt voor gebed! Toen ik over de omvang en strekking van Gods alheid nadacht, kreeg ik de stralende overtuiging dat ik vast op Waarheid kon vertrouwen en mij kon koesteren in de gloed van Gods liefde voor Zijn weerspiegeling: mijn dochter, mijzelf en alle mensen. Ik wees de suggestie af dat geloof aan weersomstandigheden of besmetting een kind van God schade zou kunnen doen. Ik ontkende het geloof dat een leugen (ziekte) zich zou kunnen vasthechten aan Gods kinderen. God is Alles. Wat niet van God afkomstig is, is niets en is zeker “niet iets” om bang voor te zijn.

Deze ideeën waren eenvoudig, ondubbelzinnig, duidelijk en krachtig. Zij verwijderden snel ieder gevoel van twijfel over het welzijn van mijn dochter. Ik vroeg me niet af of mijn gebed zou werken of dat zij zich ’s ochtends beter zou voelen. In het verleden werden mijn gebeden soms overschaduwd door deze twijfels, maar deze keer was er geen enkele onzekerheid over Gods bestuur. De Christus, Waarheid, had mijn gedachten verlicht. Het hoesten hield op en er daalde een gevoel van vrede over me toen ik in slaap viel. De volgende ochtend werd mijn dochter helemaal gezond wakker. Ze was genezen toen ik de alheid, eenheid en goedheid van God begreep.

Als ik terugdenk aan deze ervaring besef ik nu dat ik tijdens mijn gebed veel meer tijd besteedde aan luisteren naar de genezende ingevingen van het goddelijk Gemoed, en aan het bevestigen van Gods alom-tegenwoordigheid, dan ik besteedde aan argumenteren over het feit dat het sterfelijk gemoed geen macht heeft. Ik merkte dat mijn denken geïnspireerd werd tot het begrijpen dat Gods schepping volmaakt is. Ik hield me niet bezig met het soort argumenten die de vertoning van de stoffelijke zintuigen zouden hebben aangemoedigd. Ik kon de argumenten van het sterfelijk gemoed afwijzen toen ik erkende en wist dat God werkelijk de leiding heeft en alles bestuurt. Dit hoger begrip van God stelde me in staat een getuige te zijn van Zijn goedheid, en het resulteerde in genezing en harmonie.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.