Ongeveer halverwege een servicetrip van 2 weken naar Guatemala, had mijn groep een weekend-excursie naar Santa Cruz la Laguna. Kort nadat we daarvan waren teruggekeerd, voelde een van de studenten waar ik mee reisde zich niet goed. Een dag of twee later begon ik me ook ziek te voelen. Ik dacht: “O nee, dit gaat heel vervelend worden,” want enkele van mijn vrienden hadden beschreven hoe ze zich voelden toen ze ziek waren en ik wilde niet dat dit mij ook zou overkomen.
Die dag ging ik na het ontbijt naar de Christian Science practitioner die met ons was meegereisd, en vroeg haar om me te helpen een rustig plekje te vinden waar ik kon gaan bidden. Ze gaf me de gedachte dat waar ik ook ben in de wereld, ik altijd in Gods koninkrijk ben en er is geen ziekte in Zijn koninkrijk. Dat betekent dat ik nooit buiten Gods zorg of bescherming kan zijn, of buiten Zijn liefdevolle alomtegenwoordigheid – die ziekte buitensluit – want God bestuurt alles, overal. Ze vertelde ook dat ik een uitdrukking ben van het goddelijke goede en als die uitdrukking kan ik ook niet iets slechts, zoals ziekte, vertegenwoordigen. De hele dag heb ik deze gedachten vastgehouden, en als ik inspiratie nodig had las ik ook de bijbelles van die week uit het Christian Science Kwartaalboekje. Ik wist dat door mijn gedachten dicht bij God te houden dit mij een gevoel gaf dat ik echt in Gods koninkrijk was.
Onze werkprojecten in Guatemala bevatten ondermeer ’s ochtends meehelpen bij de constructie van eetzaal- en keukenruimtes voor een verpleegafdeling, en ‘s middags Engelse les geven op een buurtschool. Jammer genoeg was ik op deze dag niet in staat om ‘s ochtends veel te doen bij het bouwproject, maar ik kon wel helpen met kleine dingen. Tijdens de lunchpauze bestelde ik alleen maar een flesje water. Die middag werd ik vrijgesteld van werken in de school, zodat ik kon rusten. Ik rustte, maar ging ook door met bidden over in het koninkrijk der hemelen te zijn. Ik wilde echt begrijpen wat dat idee voor mij betekende in deze situatie.
Tijdens de terugreis naar ons onderkomen later die dag begon ik me slechter te voelen. Ik wist dat ik het nu het hardst nodig had om te volharden in mijn gebeden, want het was duidelijk dat dit ongemak een afleiding was van wat ik had begrepen over God. Dus bleef ik in mijn kamer terwijl de rest van de klas naar de avondmaaltijd ging. Vast te houden aan het idee dat ik in het koninkrijk was hielp mij echt om mijn gevoelens van angst te overwinnen, en toen een van mijn kamergenoten me later wat voedsel van de avondmaaltijd bracht, voelde ik me goed genoeg om wat te eten. Tegen de tijd dat ik die avond in slaap viel, had ik een grote stap vooruit gemaakt en was ik niet langer onder de indruk van wat mijn lichaam aan het doen was omdat ik wist dat God mij omarmde.
Toen ik de volgende dag wakker werd merkte ik niets meer van de symptomen die me de vorige dag verontrust hadden. Bij het ontbijt kon ik alles eten. Later die ochtend droeg ik bij aan het constructiewerk. En ’s middags had ik een uitstekende ervaring met lesgeven, en ik genoot de hele dag van het gezelschap van mijn vrienden. Ik was zo dankbaar voor ieders steun en voor het nieuwe begrip, dankzij deze genezing, van mijn geestelijke identiteit die bestuurd wordt door God.
Toen ik weer thuis was kon ik deze ervaring vertellen in mijn kerk op een woensdagavond-getuigenisbijeenkomst. Dit was de eerste keer dat ik een genezing deelde op een getuigenisbijeenkomst.