Omstreeks het jaar 1915 lazen mijn moeder en vader een Christian Science lezing in een plaatselijke krant. Kort daarna bleek dat mijn moeder, die een afspraak had voor een baarmoederverwijdering, de operatie niet meer nodig had. (Als zij die operatie wél had ondergaan, zou ik niet geboren zijn!) Nadat mijn vader een paar weken later dezelfde lezing had gelezen, was hij genezen van reumatiek. Toen begonnen mijn ouders Christian Science te bestuderen en de genezende ideeën die zij ontdekten in praktijk te brengen. Zij verhuisden naar Hawaï en de familie breidde zich uit. Alle zes kinderen, mijzelf inbegrepen, ondervonden vele genezingen.
Halverwege mijn tienerjaren werd ik getroffen door verlamming in mijn rechterbeen en kon niet meer lopen. Moeder schreef naar een Christian Science practitioner die op een ander eiland woonde en vroeg haar voor me te bidden. De communicatie vond plaats per brieven, die om de andere week bezorgd werden door de stoomboot die tussen de eilanden voer. Ik was bedlegerig en had veel tijd die ik vulde met het lezen van de boeken die vrienden en familie me brachten. Ik was dol op lezen, vooral biografieën. Na een paar maanden raadde mijn moeder me aan dat ik Mary Baker Eddy’s biografie van Sybil Wilbur zou lezen. Ik herinner me duidelijk dat ik tijdens het lezen van dit boek een grote dankbaarheid voelde voor Mary Baker Eddy, die haar leven eraan wijdde om de openbaring van de Christus Wetenschap aan de wereld mee te delen. De genezing volgde ogenblikkelijk. Ik kwam die dag mijn bed uit en liep voor de eerste keer in maanden een korte afstand, spoedig gevolgd door de normale toestand. De conditie is nooit teruggekeerd.
Jaren later reden mijn man en ik op een winterdag naar de kerk over een bergpas in Californië. De wegen waren bedekt met ijs, de auto slipte en rolde enkele keren om. Ofschoon de auto zwaar beschadigd was, mankeerde mijn man niets. Maar ik kon me niet bewegen. Ik werd naar een Christian Science verpleeghuis in San Francisco gevlogen om daar verzorgd te worden.
Ik was vanaf mijn nek verlamd en had veel hulp nodig van de verpleegkundigen. Ook had ik dagelijks Christian Science behandeling van een C.S. practitioner. Na een paar maanden besloot ik naar huis te gaan ofschoon ik niet genezen was en de liefdevolle, professionele hulp van het verplegend personeel erg op prijs stelde. Omdat de afstand tussen ons huis en de verpleeginrichting een rit van 5 uur was, kon mijn man alleen maar in het weekend op bezoek komen, en de andere familieleden woonden nog verder weg en konden helemaal niet komen.
Mijn moeder, die bij die tijd een Christian Science practitioner was, trok bij ons in om te helpen bij mijn verzorging. En we stelden een kleine groep van mensen samen die mijn moeder en mijn man assisteerden. Ofschoon ik nog steeds veel verzorging nodig had, werd daar, door hun gecombineerde bereidwilligheid en kennis van zaken, volkomen in voorzien. Ik bleef ook onder behandeling van de Christian Science practitioner.
De vooruitgang was aanvankelijk heel langzaam. De eerste maanden vond ik zelfs dat ik helemaal niet vooruit ging. Ik worstelde heel wat af met gevoelens van zelfmedelijden, wat ik het A.K.I. syndroom (Arme Kleine Ik) noemde. Hier was ik dan, mijn leven lang een Christian Scientist, niet in staat iets voor mezelf te doen, zonder enig bewijs te leveren van de waarheid die ik zo goed wist - dat ik de volmaakte uitdrukking was van de volmaakte God, de goddelijke Liefde. Maar ik gaf het niet op. Ik hield vol te bidden om te begrijpen dat ik nooit van Gods alomtegenwoordige zorg verwijderd was.
Op een dag, ongeveer vier maanden nadat ik thuis was gekomen, zat ik in een gemakkelijke stoel uit het raam te kijken naar het glorieuze landschap – een prachtig diepblauw meer omzoomd door berghellingen met dennebomen – en ik zei tot mezelf, ik weet dat het waar is dat ik Gods volmaakte kind ben en tegelijkertijd heb ik medelijden met mezelf en voel me ellendig. Maar ik weet ook dat er in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy, geschreven staat: “Geluk is geestelijk, geboren uit Waarheid en Liefde” (blz. 57). Dus ik bad intensief om te begrijpen dat mijn geluk geheel geestelijk was; en dat mijn vreugde en geluk niet aangetast of bestuurd konden worden door mijn fysieke situatie of er afhankelijk van waren. Diezelfde dag – nadat ik vele maanden geen gevoel of enige beweging had gehad in mijn torso – voelde ik een steek in mijn ruggegraat. Mijn hart sprong op van vreugde omdat ik wist dat er inderdaad genezing aan de gang was.
Indertijd als tiener met een verlamd been, toen ik besefte hoe intens dankbaar ik was, was ik opgestaan en kon meteen lopen, maar in dit geval was er groei in begrijpen nodig. Mary Baker Eddy gaf een gebed voor de “grote kinderen”, wat ook voor mij heel inspirerend was:
Father-Mother good, lovingly
Thee I seek,—
Patient, meek,
In the way Thou hast,—
Be it slow or fast,
Up to Thee.
(Poems, blz. 69)
Met de hulp van practitioners en de ontvouwing van een groter geestelijk begrijpen, door mijn eigen studie van Wetenschap en Gezondheid en de Bijbel en door gebed, gebeurde het dat ik in de maanden die volgden me begon te bewegen. Binnen acht maanden na het ongeluk, met geen andere middelen dan Christian Science behandeling, was ik volkomen genezen en in staat mijn actieve bezigheden van onderwijzen, tuinieren, zeilen met de familie, en zwemmen te hervatten. Ik ben nu in de negentig en als de kans zich voordoet, ga ik nog steeds graag zwemmen en snorkelen in de mooie, blauwgroene oceaan.
Deze genezing vond achtendertig jaar geleden plaats en is nog steeds een baken van hoop voor me, en ik blijf me tot God wenden voor mijn gezondheid.
Kailua-Kona, Hawaï, V.S.