Vorige zomer kreeg ik de kans te werken in het grootse landschap van Alaska.
Mijn oom had mijn twee neven en mij een karweitje aangeboden om een blokhut te bouwen op een stukje grond, ongeveer 2 uur ten noorden van Anchorage. Tijdens mijn verblijf daar waren er heel wat momenten dat ik me volledig beschermd voelde door Gods voortdurende zorg. Wij waren in staat een aantal projecten efficiënt te voltooien. Ook de steun die ik voelde van mijn uitgebreide familie weerspiegelde de vreugde en liefde die van God uitstraalt.
Op een dag tijdens de werkzaamheden rolde er een houten steunbalk op mijn arm. De paal was zo zwaar dat ik hem niet kon bewegen en hij hield mijn arm voor zo’n 30 seconden bekneld in een heel ongemakkelijke positie. Maar feitelijk voelde ik me helemaal kalm. En het kwam in me op dat iets dat steun geeft, zoals deze balk, de eigenschappen van kracht en stabiliteit vertegenwoordigt. Dit zijn eigenschappen met een geestelijk fundament. En omdat God mij steunde, zou Hij voorkomen dat ik enig letsel opliep. Mijn neven en mijn oom waren in de buurt en konden direct naar me toekomen en de balk verwijderen. Mijn arm was niet gewond.
Een andere gelegenheid om Gods werk in actie te zien, deed zich voor toen de hond van mijn oom zoek was geraakt en terug werd gevonden. Op een ochtend besloten mijn neef David en ik langs een bospad te joggen. Het was een prachtige dag. Mick, de al wat oudere hond van mijn oom, besloot ons te volgen. Wij wisten echter niet dat zij achter ons liep; en toen ze ons niet kon bijhouden, raakte ze de weg kwijt. Toen David en ik terugkwamen, beseften we dat Mick zoek was. We namen twee terreinwagens om haar te gaan zoeken. De familie was bezorgd, want Mick was doof, en we wisten dus dat fluiten en roepen niet zou helpen om haar naar huis te brengen. We wilden er ook zeker van zijn dat ze zich bewust was van de auto’s die achter haar konden opdoemen.
Ik begon meteen te bidden met een paar eenvoudige maar krachtige ideeën. De eerste was een gezegde dat ik als klein kind in de zondagschool had geleerd: “There is no spot where God is not”, oftewel: God vult alle ruimte. Deze waarheid hielp me te begrijpen dat er voor Mick gezorgd werd waar ze zich ook bevond. Omdat God overal aanwezig is, kon Mick nooit alleen zijn, zelfs niet voor een fractie van een seconde. Er kwamen ook een paar regels van gezang 148, uit het Gezangboek van Christian Science, in mijn gedachten:
In Liefde, hoog en heilig,
Vreest nooit mijn hart gevaar,
Daar woon ik vast en veilig,
Want niets verandert daar.
De tweede regel sprak me het meest aan. Ik wist dat ik niet bang hoefde te zijn omdat Mick nog steeds volkomen veilig was in Gods zorg, en dat altijd zou zijn. Die situatie kon nooit veranderen.
Spoedig daarna zagen David en ik mijn oom staan bij de auto van een mevrouw. Ze had Mick gevonden en het nummer in de halsband gebeld. Mick was wel een beetje bang geweest, maar het zag er uit dat ze er goed vanaf was gekomen.
Maar wellicht kwam het indrukwekkendste bewijs van Gods zorg, toen we twee platforms en een balkon aan het bouwen waren voor de trouwerij van een nichtje. Wij, met de hele familie en een aantal vrienden, moesten dit enorme bouwproject binnen een week afhebben en dat vroeg veel tijd en aandacht. Dankzij de middernachtzon in Alaska konden we lange dagen maken.
Bij dit haastwerk was mijn aandeel de steunpanelen van de platforms aan elkaar te spijkeren, en ik gebruikte daar een spijkerpistool voor. Ik werkte op hoge snelheid en keek niet goed uit. Een van de spijkers die ik in het hout schoot, ketste af op een knoest en schoot in mijn hand. Ik besefte niet meteen wat er gebeurd was. Ik trok de spijker eruit, en mijn oom nam me mee het huis in om de wond uit te wassen en te verbinden.
Het werd wazig voor mijn ogen en ik moest even op de bank gaan zitten. Maar op dat moment kwam de gedachte: “God is mijn Verlosser” in me op. Met deze inspiratie verdween de pijn helemaal. Ik begreep duidelijk dat Gods verlossende zorg zo direct en krachtig was, dat de genezing van pijn ook direct plaatsvond. Eigenlijk had ik er niet eens aan gedacht om na het ongeluk meteen te bidden, maar deze ferme engelenboodschap stroomde gewoon binnen en zong luid en helder dat God bij me was en voor me zorgde. De gedachten over eventuele gevolgen nadat ik de spijker in mijn hand had geschoten, verdwenen volkomen.
Mijn moeder was op een kampeertocht, en mijn vader was ook buiten mobiel bereik, dus kon ik niet meteen contact met hun krijgen. Mijn oom wilde me naar een plaatselijke polikliniek brengen om er zeker van te zijn dat er geen infectie of andere nawerkingen zouden optreden. Ik stemde toe, om iedereen om me heen gerust te stellen, maar ik was ervan overtuigd dat de genezing in mijn gedachten al had plaatsgevonden. Op weg naar de kliniek belde ik mijn vader weer en deze keer lukte het en kon ik hem vertellen wat er was gebeurd. Uiteindelijk bleek dat de kliniek die dag gesloten was. Omdat mijn oom en tante konden zien dat ik in orde was en dat de wond aan mijn hand al aan het genezen was, vonden zij het niet nodig om de volgende dag terug te gaan. Zij wisten ook dat mijn familie eerder genezingen door Christian Science had meegemaakt. Toen ik later weer contact met mijn vader had, hebben we samen geestelijke gedachten uitgewisseld en vertelde ik hem op welke wijze ik gebeden had.
Gedurende die week heb ik de definitie van mens uit Wetenschap en Gezondheid goed in gedachten gehouden (deze definitie verwijst naar het geestelijke begrip van de mens). De aanhaling luidt: “De mens is niet stof; hij is niet samengesteld uit hersenen, bloed, beenderen en andere stoffelijke bestanddelen. De Heilige Schrift leert ons, dat de mens naar het beeld en de gelijkenis van God is gemaakt” (blz. 475). Binnen een week na het ongeval was er geen spoor meer van enige verwonding.
De bruiloft van mijn nichtje was erg leuk, harmonieus in alle opzichten, een uitstraling van Gods liefde. Ons harde werk aan de podiums was het allemaal waard geweest. En je zou zelfs kunnen zeggen dat ik gebouwd had op wat mij geleerd was in Christian Science.