Met zoveel nieuwsberichten over geweldpleging kunnen we onszelf gaan afvragen: "Wat zou ik doen in een dergelijke situatie?"
Komt het antwoord dat we nodig hebben om ons te helpen wel vlug genoeg als wij gaan bidden? De Bijbel belooft ons: “U bent de God Die … mij bevrijdt van mijn vijanden; ja, U verheft mij boven hen die tegen mij opstaan, U redt mij van de man van geweld” (Psalmen 18:48, 49). Kunnen we werkelijk op God vertrouwen om ons te redden van geweld? Of zou een of ander actieplan, gebaseerd op menselijk oordeel en menselijke ervaring praktischer en effectiever zijn dan gebed?
De keren dat ik met geweld te maken had, was het vanzelfsprekend voor me om te gaan bidden en resultaten te verwachten. Maar ik heb geleerd dat het belangrijk is om bij dit gebed mijn welzijn en dat van de mensen om mij heen aan God toe te vertrouwen en de door God geïnspireerde leiding over wat ik moet zeggen of doen, te gehoorzamen, zelfs als dit in strijd lijkt te zijn met de gangbare menselijke redenering.
Krachtige uitspraken in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy hebben mij de zekerheid gegeven, dat gedachten en handelingen die niet van God, het goede komen, dwalingen zijn die vernietigd kunnen worden. Een van deze uitspraken verklaart: “Dwaling wordt uitgeroeid door de grote waarheid, dat God, het goede, het enige Gemoed is en dat de vermeende tegenstelling van het oneindig Gemoed – de duivel of het kwaad genoemd – niet Gemoed, niet Waarheid, maar dwaling is, zonder intelligentie of werkelijkheid. Er kan slechts één Gemoed zijn, omdat er slechts één God is en als stervelingen op geen ander Gemoed aanspraak maakten en geen ander aanvaardden, zou zonde onbekend zijn” (blz. 469).
Ik vind het van onschatbare waarde te weten dat er maar één Gemoed, God is – en omdat God de enige aanwezigheid en macht is, is het goddelijk Gemoed Alles. Deze alheid van Gemoed vernietigt elk geloof aan het bestaan van meerdere gemoederen, inclusief het geloof dat er zowel een goed als een slecht gemoed kan zijn. Het begrip dat Gemoed altijd aanwezig is, vernietigt de angst dat de mens, het idee van Gemoed, ooit aangezet kan worden om slecht te handelen of aangevallen kan worden door het kwaad. De gewaarwording van deze geestelijke feiten stelt eenieder in staat te bewijzen, dat de bewering van het kwaad macht en invloed te bezitten, vals is om zodoende genezing te brengen in gevaarlijke situaties.
God is ons allen zeer nabij, vooral in moeilijke tijden en we kunnen op Zijn bescherming rekenen wanneer we worden bedreigd met geweld. Deze zekerheid vormde de basis voor mijn door gebed ingegeven antwoord toen ik werd bedreigd door een man met een geweer.
Ik was op reis in het buitenland en had in gebed bevestigd dat de mens (dus iedereen) eerlijk is. Dit is waar, omdat de mens Gods schepping is – altijd goed, zoals Hij – en altijd omarmt door de goddelijke Liefde.
Onderweg bij een controlepunt kwam een zwaarbewapende man naar mijn auto toe. Hij klopte met een automatisch geweer op het raam en beval me het te openen. Vervolgens spande hij zijn geweer, hield het op een paar centimeter afstand van mijn gezicht en eiste dat ik hem al mijn geld gaf.
Het zou gemakkelijk zijn geweest om aan zijn eis te voldoen en dan, hopelijk, mijn reis te mogen voortzetten. Maar gebed bracht mij ertoe hem in de ogen te kijken en resoluut te zeggen: "Dat gaat niet gebeuren!". Hoewel ik in de verleiding kwam om aan deze goddelijke leiding te twijfelen en bang was om neergeschoten te worden, wist ik dat deze kortstondige suggestie dat God misschien niet de macht in handen had, geen ware autoriteit had. Toen ik die woorden sprak, stapte de aanvaller onmiddellijk achteruit, boog zijn hoofd en liet me rustig doorrijden. Nog geen tien minuten later, bij een ander controlepunt, werd ik opnieuw bedreigd – en op precies dezelfde manier beschermd.
Natuurlijk is mijn reactie geen formule voor het omgaan met gewelddadige bedreigingen. Maar de harmonieuze uitkomst verraste mij geheel niet. Ik besefte, dat het niet twee sterfelijke mensen waren die met elkaar streden, de een met een kwaad gemoed en de ander met een goed gemoed. We waren allebei kinderen van het ene ouder-Gemoed, de soevereine goddelijke macht die alle ware zijn en ware actie liefdevol bestuurt. Deze gewaarwording verloste mij van het gevoel slachtoffer te zijn. En ik ben ervan overtuigd dat dit de man ertoe bracht zijn dreigement in te trekken.
De schrijver van Hebreeën verzekert ons: “… het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, ... en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart” (4:12). De kracht van de Christus, geleefd en gedemonstreerd door Jezus, is onze geestelijke wapenrusting. Net zoals Jezus werd beschermd te midden van een bende die hem wilde doden (zie Lukas 4:28-30), hebben wij het voorrecht getuige te zijn van de altijd aanwezige Christus, Waarheid en zijn macht om haat, hebzucht en geweld te vernietigen. Als we geconfronteerd worden met geweld of met welk kwaad dan ook, kunnen we ervan uitgaan dat dit machteloos is. De vernietiging van het kwaad wordt verzekerd door het feit dat alleen God macht heeft over ons en ieder ander, ook over degenen die tot gewelddadig gedrag worden verleid.
Nu begrijp ik de volgende verklaring in Wetenschap en Gezondheid beter: “zij, die een inzicht in Christian Science hebben, zullen de misdaad in toom houden. Zij zullen de dwaling helpen uitwerpen. Zij zullen wet en orde handhaven…” (blz. 97). Ik ben dankbaar dat ik in deze ervaring de “misdaad in toom” kon houden en inzag dat we God kunnen vertrouwen om ons onder alle omstandigheden, altijd en overal veilig te houden en te verlossen.