Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

De boom des Levens

De Christian Science Heraut - 20 maart 2023

Oorspronkelijk gepubliceerd in de juli 1913 editie van The Christian Science Journal.


In Bijbelse beeldspraak wordt de boom vaak figuurlijk gebruikt om een vergelijking te trekken met het koninkrijk van Christus. Vroege koninkrijken, evenals mensen, worden ook vergeleken met bomen; de goddelijken worden vergeleken met "eiken van de gerechtigheid" (Jesaja 61:3) die hun vruchten voortbrengen op het juiste moment, terwijl de goddelozen "een boom zonder ranken" of "doelloos en onvruchtbaar" worden genoemd. In Genesis lezen we over de boom des levens in het midden van de hof en ook over de boom van de kennis van goed en kwaad. Terwijl het eten van de vrucht van de boom van kennis resulteert in zonde, ziekte en dood, is het eten van de vrucht van de boom des levens bedoeld om gezondheid, heiligheid en onsterfelijkheid te voort te brengen. De verleider of antichrist voerde aan dat het eten van de verboden vrucht de mens als God zou maken (zie Genesis 3:5); terwijl Christus verklaarde: "Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat (Openbaring 2:7) ... hem zal ik macht geven over de heidenvolken" (vers 26).

Het bestaansrecht van mensen, zoals dat van bomen, wordt bepaald door vruchtdragende eigenschappen. Jezus sprak in de gelijkenis van de wijngaardenier en de onvruchtbare vijgenboom: "Hak hem om. Waarom beslaat hij de aarde nutteloos?” (Lukas 13:7). Paulus verwijst naar "verstand zonder vrucht” (1 Korinthe 14:14); en Petrus, sprekend over “broederliefde en liefde voor iedereen”, zegt: "Als deze dingen bij u aanwezig zijn en toenemen, zullen ze u niet doelloos en onvruchtbaar laten” (2 Petrus 1:7.8). Het werd de Hebreeën verboden de vruchtdragende bomen van zelfs hun vijanden om te hakken. Mozes waarschuwde de Israëlieten uitdrukkelijk om de vruchtbare bomen niet te vernietigen wanneer ze een stad belegerden, "door de bijl erin te slaan: (want het geboomte van het veld is voedsel voor de mens) ... Maar de bomen waarvan u weet dat het geen vruchtbomen zijn, mag u te gronde richten en omhakken ... ” (Deuteronomium 20:20).

De psalmist beschrijft de rechtvaardige mens als “geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het blad niet afvalt; al wat hij doet zal goed gelukken” (Psalmen 1:3). Solomon vergelijkt wijsheid en begrijpen met “een boom des levens voor wie haar vastgrijpen” (Spreuken 3:18); en Johannes de Doper zei: “De bijl ligt zelfs al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen” (Mattheüs 3:10).

Ter illustratie van de wederzijdse liefde tussen Christus en zijn volgelingen, zei Jezus: “Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.”  De aanspraak van het kwaad kennende dat de kerk wilde uitrukken, zei hij tevens: “Blijf in Mij en ik in u, zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft” (Johannes 15:1, 2, 4). In het laatste hoofdstuk van Openbaring lezen we over “de Boom des levens die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft hij zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken” (22:2).

Het is duidelijk uit de voorgaande verwijzingen dat deze “Boom des levens" het koninkrijk van Christus symboliseert of de universele Kerk en dat daarin alle mensen, die dezelfde Geest in zich hebben die in Christus Jezus was, één familie moeten worden met "één Heere, één geloof, één doop" (Efeze 4:5). De vorming van een goed ontwikkelde boom, stevig verankerd in de aarde, die zijn takken naar de hemel uitspreidt, typeert passend het goddelijke idee dat in Christian Science wordt geopenbaard. Het illustreert de onmogelijkheid om op een andere manier omhoog te klimmen of om redding te verkrijgen op een andere manier dan die welke reeds is vastgesteld vanaf de grondlegging van de wereld, want zoals Petrus zei: "Er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden" (Handelingen 4:12).

In de gelijkenis van de zaaier, zei Jezus: "Het zaad is het Woord van God" (Lukas 8:11). In zijn verslag van de schepping, zei Johannes: "In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God" (Johannes 1:1). Paulus – indachtig aan het feit dat de zegen die aan Abraham werd verleend, resulteerde in zijn  wedergeboorte als zoon van God, schreef: “Welnu, zo zijn de beloften aan Abraham en aan zijn nageslacht gedaan. Hij zegt niet: En aan de nageslachten, alsof er sprake zou zijn van velen; maar van één: En aan uw Nageslacht; dat is Christus ... En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen" (Galaten 3:16, 29). Terwijl hij over zichzelf sprak als "een Israëliet, uit het nageslacht van Abraham," zei Paulus ook: "En als de eerstelingen heilig zijn, dan het deeg ook, en als de wortel heilig is, dan de takken ook" (Romeinen 11:1, 16). Jezus verloor nooit het feit uit het oog dat de Christusidee die hij vertegenwoordigde altijd had bestaan en de vrucht was van het "ene" zaad. Hij zei: "Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David" (Openbaring 22:16); en nogmaals: "Vóór Abraham geboren was, ben ik" (Johannes 8:58). De Joden die geen onderscheid konden maken tussen het geestelijk zaad en het vleselijk geloof dat beweerde het ware zaad te zijn, maakten er eveneens aanspraak op dat ze Abraham als hun vader hadden, maar Jezus die hun stoffelijkheid berispte, zei: "God [kan] zelfs uit deze stenen voor Abraham kinderen verwekken” (Mattheüs 3:9).

Het zaad van Waarheid, geplant in de goede aarde van geestelijk bewustzijn, heeft uiteindelijk een sterke en gezonde wortel voortgebracht, die wordt gevoed door de “zuivere rivier van het water des levens”. De Prediker verklaarde: “de wortel van de rechtvaardigen is onwankelbaar." "De wortel van de rechtvaardigen brengt vrucht voort ... door de vrucht van zijn mond wordt iemand met goed verzadigd" en "De tong van de wijzen betekent genezing” (Spreuken 12:3, 12, 14, 18). Jesaja, die de wetenschappelijke orde van geestelijke ontplooiing zag, beschreef aldus de komst van het koninkrijk van Christus op aarde: “er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen. Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen. Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van zijn lippen zal Hij de goddeloze doden" (Jesaja 11: 1, 3, 4).

De uiteindelijke vernietiging van alle stoffelijkheid en valse kennis werd ook voorspeld door de profeet Maleachi toen hij zei: "Want zie, die dag komt, brandend als een oven ...  En de dag die komt, zal ze in vlam zetten, zegt de HEERE van de legermachten, Die van hen wortel noch tak zal overlaten. Maar voor u die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn" (Maleachi 4:1, 2). Stervelingen wijzen met trots naar hun stamboom – eindeloze uittreksels, ontworpen om een lange en illustere lijn van aardse voorouders te tonen – in de overtuiging dat ze iets goeds uit het traditionele verleden hebben geërfd. Volgens Christian Science is de echte stamboom echter "de boom van het Leven" en door Christus te volgen, kunnen alle mensen hun geestelijke afkomst herleiden tot één hemelse Vader in wie allen hun bestaan hebben.

In de fruitteelt leert de perzikboom ons een les die de wedergeboorte of geestelijke regeneratie kan illustreren. Een boom die uit een perzikpit ontspringt, zal zelden vruchten voortbrengen die geschikt zijn voor consumptie; maar als de stam op vrij jonge leeftijd wordt geënt met de knop van een gecultiveerde boom en alleen die knop laten groeien, wordt de boom letterlijk opnieuw geboren en zal zich onder de hoede van de tuinman spoedig ontwikkelen tot een goede en stevige vruchtdragende boom. De zogenaamde "natuurlijke" of sterfelijke mens kan op dezelfde manier nooit "vruchten [voortbrengen] in overeenstemming met de bekering” (Mattheüs 3:8), tenzij hij wedergeboren is en "met zachtmoedigheid het in u geplante Woord ontvangt" (Jakobus 1:21). Paulus zei: "Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven” (Romeinen 8:13). Petrus spreekt van “opnieuw geboren [zijn], niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God” (Petrus 1:23).

Het visioen van Nebukadnezar, waarin hij "een boom [zag], midden op de aarde,  ... zijn hoogte reikte tot de hemel en hij was te zien tot aan het einde van heel de aarde.  ... Alle vlees werd door hem gevoed” (Daniël 4:12),  illustreert de onmogelijkheid voor de sterfelijke mens om uit zichzelf een permanent of onafhankelijk koninkrijk te verkrijgen. Toen Shadrach, Meshag en Abed-Nego weigerden deel te nemen aan de inwijding van het gouden beeld en in "een brandende vuuroven" werden geworpen, zag de koning “een zoon van de goden, die midden in het vuur vrij rond liep” en hij verklaarde, zoals Petrus, dat hij een groot geestelijk feit had waargenomen. De cumulatieve resultaten van geestelijk onderscheidingsvermogen die van de ene generatie op de andere worden overgedragen, moeten uiteindelijk een manifestatie van de geestelijke idee voortbrengen. Hoewel, zoals in het geval van Nebukadnezar, de boom van het stoffelijke koninkrijk werd vernietigd, bleef zijn bewustzijn van het goede behouden en de engel van God gaf opdracht om "de stam met zijn wortels in de aarde te laten, ... in het jonge gras van het veld" (Daniël 4:23). 

De geschiedenis herhaalt zich en dit verhaal wordt opnieuw verteld in een iets andere vorm, maar op een hoger niveau in de gelijkenis van de wijngaard en de wijngaardenier. De vijandschap van de wereld probeerde de Zoon van God, vertegenwoordigd door de erfgenaam, te vernietigen en hoewel zijn zichtbare manifestatie werd omgehakt en in het graf geplaatst, werd toch de wortel van de boom die leven in zich had, uit de dood opgewekt. Nadat hij was opgestegen naar de hemel werd hij opnieuw geboren, de tweede verschijning, in de gezondheidsgevende boom van Christian Science. De wetenschappelijke waarheden die door Mary Baker Eddy worden onderwezen en gedemonstreerd, zijn allemaal geworteld in en gegrondvest op Bijbelse verslagen. In chronologische volgorde komt eerst het Woord van God, dat zijn zaad in zich heeft. Dan volgt het zaaien van het zaad in de bodem van het menselijk bewustzijn door het Woord te verkondigen. En tenslotte de voorspelling van de boom des Levens die zich een weg omhoog baant naar het licht van de hemel en zijn wortels neerlaat in de aarde beneden.

De patriarchen van weleer waren de eersten die, terwijl ze door een spiegel in een raadsel keken, het geestelijk idee onderscheidden en uitdrukten. Toen kwamen de profeten en zieners, die God "van aangezicht tot aangezicht" zagen en de komst van het koninkrijk van Christus op aarde voorspelden. Nadat Jezus het voorhangsel van het vlees had gescheurd, vestigde hij het christelijk tijdperk dat de stam van de boom vormt. Toen kwam de Ontdekster en Grondlegster van Christian Science en De Moederkerk met haar talrijke vertakkingen die allerlei soorten vrucht dragen naar hun soort. Aldus zal aan de metafoor van de boom worden gezien dat elk individu in de oude of moderne geschiedenis die een greintje geestelijk inzicht heeft bijgedragen tot het begrijpen van God, heeft geholpen de mens naar Zijn beeld en gelijkenis te onthullen en  de Boom des Levens te voeden en te versterken terwijl deze het goddelijk doel in alle perioden van de geschiedenis ontvouwt.

In zijn visioen van de heilige wateren voorzag Ezechiël deze komst van het koninkrijk van Christus als een rivier die uit het heiligdom ontspringt, waarvan het water elk levend wezen geneest. Langs de rivier en op zijn oevers groeiden allerlei vruchtbomen, "waarvan het blad niet zal verwelken ... en de vrucht daarvan zal voor voedsel dienen, en het blad ervan voor genezing” (Ezechiël 47:12). Het stoffelijk geloof dat giftige medicijnen, gemaakt van de bladeren van bomen en kruiden, echt bedoeld voor de genezing van de volken, maakt onder de invloed van Christian Science snel plaats voor de ware geestelijke interpretatie van de tekst. Onze Leidster zegt: "De boom is het symbool van het goddelijk Beginsel van de mens, dat tegen iedere noodtoestand is opgewassen en een volkomen verlossing biedt van zonde, ziekte en dood” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 406).

Dankzij haar onverschrokken moed en trouw aan Beginsel heeft Mary Baker Eddy aan de mensheid de goddelijke idee bekend gemaakt die de slang of valse profeet van dierlijk magnetisme vernietigt en ons onder de bescherming stelt van het "vlammend zwaard, dat heen en weer bewoog, om de weg naar de boom des levens te bewaken” (Genesis 3:24). Aldus heeft Waarheid het recht van de mens vastgesteld om het paradijs binnen te gaan en te eten van de levengevende vrucht van deze geestelijke boom. Door de wereld wakker te schudden voor de oorspronkelijke gerechtigheid, schept de geestelijke idee die in Christian Science wordt geopenbaard, letterlijk "een nieuwe hemel en een nieuwe aarde" waar mensen “zich niet voor niets vermoeien of kinderen baren voor iets verschrikkelijks, want zij zijn het nageslacht van de gezegenden door de HEERE” (Jesaja 65:23).

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.