Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Alle schepselen bewegen zich in harmonie

De Christian Science Heraut - 4 maart 2016

Oorspronkelijk gepubliceerd op JSH-Online en tevens in de 16 november 2015 editie van de Christian Science Sentinel.


Ik houd van honden. Ik houd van hun unieke karakter, hun levenslust, speelsheid, aanvoelingsvermogen en loyaliteit. Maar plotseling zag ik mijzelf ook een keer geconfronteerd met een andere karaktertrek van honden, namelijk hun instinct om hun territorium te bewaken en toen sloeg mijn levenslange liefde voor honden om in angst.

Tijdens een fietstocht van honderden kilometers, die ik alleen ondernam en die grotendeels over onverharde landwegen langs kleine boerderijen en landhuisjes voerde, werd ik gelijk op mijn eerste fietsdag al een paar keer door honden achtervolgd. Ik werd steeds ongeruster en bij elk nieuw huis op de route luisterde ik aandachtig naar geblaf of het gerinkel van een halsketting van een hond op jacht naar een fietser die zich op zijn grondgebied waagde.

Ik had deze fietstocht van negen dagen gedurende vele maanden voorbereid en ik wilde niet, dat mijn herinneringen alleen uit ontsnappingen aan boze honden zouden bestaan. Daarom belde ik aan het einde van die eerste fietsdag een vriendin die Christian Scientist is, en legde mijn bezorgdheid uit. Zij herinnerde mij aan mijn door God gegeven macht, die wij voor onszelf moeten opeisen als deel van Gods schepping en die ik tijdens alle momenten van mijn tocht kon tonen. We spraken ook over de passage van Mary Baker Eddy in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “Al Gods schepselen bewegen zich in de harmonie van de Wetenschap en zijn onschadelijk, nuttig en onvernietigbaar” (blz. 514).

Hoe verbazingwekkend, dat Eddy spreekt over Gods schepselen (dat betekende inclusief mijzelf) die zich in de harmonie van de Wetenschap bewegen. Zelfs als de honden en ik allebei in beweging zijn, kon ik ervan uitgaan dat al Gods schepselen, Zijn geestelijke ideeën, zich in harmonie bewegen, en niet bedreigend of gevaarlijk. 

Toen vestigde mijn vriendin mijn aandacht op de voorgaande regel van deze passage: “Begrijpend, hoe Liefde alles bestuurt, voelde Daniël zich veilig in de leeuwenkuil en bewees Paulus, dat de adder onschadelijk was” (blz. 514). Wij spraken erover hoe zowel de honden als ik bestuurd worden door Liefde. Het werd mij duidelijk, dat Daniël en de leeuwen allemaal ideeën van God waren, bestuurd door Zijn wet van harmonie. God was niet afgescheiden van hen en wachtte niet tot de nacht voorbij was om te zien hoe Daniël eraan toe was. God liet de leeuwen ook niet uit de kuil verdwijnen. De leeuwen waren er nog steeds, maar zij hadden niet de macht om Daniël iets aan te doen. De goddelijke Liefde had de leiding volkomen in handen.

Op de volgende bladzijde in dit hoofdstuk over Genesis, weidt Wetenschap en Gezondheid uit over de idee van Gods schepselen en hun wederzijdse veiligheid: “De door God geschapen slang is niet listig of vergiftig, maar een wijze idee, bekoorlijk in haar sierlijke vlugheid; want de ideeën van Liefde zijn onderworpen aan het Gemoed dat ze formeert – aan de macht, die de slang in een staf verandert” (blz. 515).

Aan de hand van deze passage kon ik nu begrijpen dat de hond van Gods schepping, de geestelijke identiteit van het dier, niet territoriaal of agressief kan zijn, maar elke hond voor zich een intelligent, wijs en onschuldig idee is – “want de ideeën van Liefde zijn onderworpen aan het Gemoed dat ze formeert.” En dat was tevens de verklaring waarom de goddelijke Liefde ze in bedwang had en heeft, waarom de leeuwen geen macht hadden Daniël schade te doen en de honden mij niets konden aandoen – omdat de ideeën van Liefde de opdracht van het scheppend Gemoed volgen om lief te hebben. De ideeën van Liefde zijn niet onderworpen aan een dierlijk instinct of gedrag, dus ook ik kon niet onderworpen zijn aan dit dierlijk gedrag. 

Met dit nieuw verworven inzicht in gedachten, veranderde mijn uitdaging met de honden in een staf, want dit inzicht gaf mij het geestelijk begrijpen waarop ik kon vertrouwen voor steun en bescherming gedurende het verdere verloop van mijn fietstocht. Ik zag nog wel honden tijdens het fietsen en er waren zelfs nog enkele wilde achtervolgingen, maar zij maakten mij niet meer bang. Ik herinner mij een speciale gebeurtenis tegen het einde van mijn tocht. Ik passeerde een kleine boerderij met een grote hond, die voor zijn garage in de zon lag, dichtbij de weg. Terwijl ik langs fietste, hief hij zijn hoofd op en keek mij aan met een blik van: “Jij bent niet interessant genoeg om achterna te zitten” en hernam zijn koninklijke houding.

Ik moest denken aan Daniëls boodschap vroeg in de morgen aan koning Darius: “Toen sprak Daniël tot de koning: O koning, leef in eeuwigheid! Mijn God heeft Zijn engel gezonden en Hij heeft de muil van de leeuwen toegesloten. Ze hebben mij geen letsel toegebracht, omdat ik voor Hem onschuldig ben bevonden. Ook tegen u, o koning, heb ik geen misdaad begaan” (HSV Daniël 6:22, 23).

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.