Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Het ijs breken met Christian Science

De Christian Science Heraut - 24 september 2014

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 21 juli 2014 editie van de Christian Science Sentinel.


“Als je God vond en Hij je hoop gaf, zou dit jouw geheim zijn?” zingt de Engelse popster Gary Barlow. Ik heb vaak over deze vraag nagedacht. Van jongs af aan heb ik de zondagsschool bezocht en min of meer constant in mijn leven Christian Science in toepassing gebracht, en ik heb ontdekt dat een van mijn grootste vreugden was om deze Wetenschap te delen met anderen van verscheidene geloofsovertuigingen en met andere achtergronden.

Het is altijd belangrijk voor mij geweest mijn motieven na te gaan als ik met anderen spreek over de ideeën in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy. Aanhangers van veel religies denken dat pogingen anderen te bekeren tot hun geloof een liefdevolle daad is en zelfs een noodzaak om hen te redden van de hel. Maar Eddy moedigt een hele andere benadering aan. In Miscellaneous Writings 1883-1896, in een artikel getiteld “Oordeelt niet”, schrijft zij: “Als de gedachten in God verblijven – en volgens ons geweten zouden ze nergens anders moeten verblijven – moet men weldoen aan degenen die een plaats hebben in ons denken, zowel vriend of vijand, en ieder deelt in de weldaad van deze uitstraling” (blz 290). Ik vind het een prachtig idee Christian Science te delen door “uitstraling”.

Vorige zomer was ik dankbaar dat ik werk had gevonden als kelner in een plaatselijk restaurant. Het leek me een goddelijk-geleid idee, maar toch toen ik mijn c.v. e-mailde werd ik binnen vijf minuten geweigerd. Ik ging door met bidden om te weten dat ik op mijn juiste plaats zou zijn. De volgende dag ontving ik een e-mail waarin stond dat er een plaatsje was vrijgekomen en ze wilden dat ik binnen een paar dagen zou beginnen met werken!

Toen ik mijn werk begon, merkte ik dat de andere kelners en serveersters erg gestrest waren. Het was vooral moeilijk met een bepaalde serveerster om te gaan. Toen ze uitvond dat ik naar de kerk ging, ondervroeg ze me regelmatig over mijn overtuigingen. Ik gaf haar eerlijke antwoorden vanuit mijn begrijpen van Christian Science, maar tegelijkertijd zei ik heel nadrukkelijk dat ik haar op geen enkele wijze enige van deze overtuigingen wilde opdringen. Zij had andere ideeën. Ze zei dat wat ik geloofde fout was, en wanneer de wederopstanding kwam zou ik naar de hel gaan, en zij zou naar me zwaaien vanuit de hemel. In plaats van te reageren op haar commentaar verkoos ik de conversatie te stoppen en in een ander deel van het restaurant te gaan werken. Ik wist dat zij en ik beiden Gods weerspiegeling zijn en dat we beiden toegang hebben tot het geluk dat God ons geeft.

De hele zomer deed ik mijn werk zo goed mogelijk, voelde me sterk, had geen last van stress of het gevoel onder druk te staan door contact met deze serveerster. Op weg naar het restaurant luisterde ik iedere dag naar de muziek van Alex Cook die me echt kalmeerde voordat ik mijn werk begon. Ik kreeg vooral moed door de woorden: “Een hart vol dankbaarheid kan niet worden gebroken/ Mijn hart blijft verlangen, werken en hopen” (“Een hart dat niet kan worden gebroken”, Arrival).

De toestand met die serveerster werd rustiger. Af en toe gaf ze me hartgrondig advies om niet zo vriendelijk te zijn tegen de mensen, omdat zij zich zorgen maakte dat er misbruik van gemaakt zou worden. Ik was dankbaar voor haar bezorgdheid, maar wist dat ik haar advies niet hoefde aan te nemen. Ik merkte ook op dat het werk veel minder veeleisend was – niet alleen voor mij, maar voor de hele staf. De kloof die er aanvankelijk leek te zijn tussen hen met de Engelse nationaliteit en degenen die van andere landen waren geëmigreerd, was verdwenen. Tegen het eind van de zomer was er heel wat meer harmonie in de werkplaats.

Toen ik afgelopen winter terugkeerde naar deze baan, ontdekte ik dat mijn collega’s een nieuwe interesse hadden in religie. Niet dat ik ooit de conversatie zou beginnen over dit onderwerp, maar zij stelden me vragen over mijn geloof, en we hadden fijne onbevooroordeelde discussies. Godsdienst kan verkeerd worden geïnterpreteerd, maar als je eenmaal begint met mensen te praten over geestelijkheid, ontdek je dat je veel gelijke interessen hebt . Onze gesprekken over geestelijkheid leidden vooral naar discussies over Christian Science, en ik kon mijn inzichten over God en de Bijbel delen met mijn collega’s.

Ik vergelijk vaak mijn motieven om Christian Science uit te dragen met mijn motieven om over een TV-show te praten die ik erg goed vind. Als ik over een TV-show praat voel ik me niet verantwoordelijk tegenover de samenstellers. Ik doe het omdat ik van die show houd en de vreugde wil uitdrukken die het me geeft. Ik wil Christian Science uitdragen omdat het me gelukkig maakt en ik weet dat het ook anderen gelukkig kan maken. Uiteindelijk schrijft Eddy in Wetenschap en Gezondheid: “Geluk is geestelijk, geboren uit Waarheid en Liefde. Het is onzelfzuchtig; daarom kan het niet alléén bestaan, maar eist, dat de gehele mensheid erin zal delen”(blz 57).

Geestelijke openbaring is een wezenlijk feit, en wij kunnen erop vertrouwen dat “God Zijn heilig plan [volvoert]” (Arthur C. Ainger, Gezangboek van Christian Science, gezang 82). En zoals het gezang vervolgt: “Deze aarde zal vervuld zijn van de heerlijkheid Gods/Als de wateren vullen de zee”.


Robert Witney woont in Fleet, Hampshire, Engeland. Hij werkt tijdens de zomer van 2014 als intern bij De Moederkerk in Boston, MA, VS.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.