Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Gered van een gevaarlijke stroom

De Christian Science Heraut - 22 januari 2014

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 9 december 2013 editie van de Christian Science Sentinel.


Op een mooie zomerdag in 1979 gingen mijn vrouw en ik met ons jonge gezin naar een favoriete plek aan de Santiam rivier in Oregon om er de middag door te brengen met zwemmen en spelen in het water. Toen we er aankwamen zagen we vol verbazing dat de rivier erg snel stroomde. Er waren zelfs recent geplaatste borden van de County Park Service om te waarschuwen dat de rivier tot een ongebruikelijk sterke stroom was gezwollen als gevolg van grote hoeveelheden smeltwater. De borden gaven aan dat alleen binnen een speciaal afgebakend gebied bij de rivieroever gezwommen kon worden. De bedoeling hiervan was om de zwemmers weg te houden van de gevaarlijke stromen in de rivier, omdat die naar een grote waterval even verderop voerden. Na enig overleg dachten mijn vrouw en ik dat ons gezin geen gevaar zou lopen als we binnen het afgebakende gebied bleven en onze kinderen steeds tussen ons in hielden als we in het water waren.

Een uur lang hadden we een heerlijke tijd. Toen, terwijl onze dochter veilig op de oever uitrustte, bleven mijn vrouw en ik met ons vierjarig zoontje spelen. Hij stond tussen ons in, in water dat tot de knie reikte, omdat hij nog niet had leren zwemmen. Op een zeker moment letten zowel mijn vrouw als ik even niet op onze zoon. Geen van beiden merkte dat de ander hem niet in de gaten hield. Ongemerkt gleed hij zomaar onder water zonder een kik te geven. In een kwestie van seconden was hij door een onzichtbare stroom onder het touw door meegesleurd naar het midden van de snelstromende rivier.

Tegen de tijd dat ik besefte wat er gebeurd was, was mijn zoon al buiten mijn bereik. Hij dreef met zijn gezicht naar boven een aantal centimeters onder water en werd snel stroomafwaarts meegesleurd. Ik zag dat zijn ogen wijd open stonden van angst en dat er luchtbelletjes uit zijn neus kwamen. De situatie was angstaanjagend. Ik dook onmiddellijk onder het touw door in een poging hem te redden terwijl mijn vrouw bij onze dochter bleef. Ondanks dat ik zo hard als ik kon zwom, lukte het me niet hem te bereiken. Hij werd onverbiddelijk naar de waterval getrokken. Ik raakte in paniek. Toen ik mij snel tot God richtte in gebed, was mijn eerste gedachte het wanhopige verlangen van een angstige vader: “Alstublieft God, red mijn zoon!”

Onmiddellijk, boven het bulderende geluid van de rivier uit, kwam een heel kalme engelenboodschap tot me alsof die in mijn oor werd gesproken: “There is no spot where God is not!” (“Er is geen plek waar God niet is!”). Wij hadden die zin vaak met onze kinderen opgezegd als ze bang waren. Hiermee wilden wij hen op een begrijpelijke manier de verzekering geven dat hun Vader-Moeder God altijd voor hen zou zorgen. Nu kwamen deze zelfde woorden in mijn gedachten om mij te verzekeren dat zelfs middenin deze snelstromende rivier God juist daar met ons was. Ondanks de afschuwelijke situatie moest ik glimlachen toen ik mij realiseerde dat de waarheid die ik met mijn zoon had gedeeld om hem te troosten, nu mij hielp om niet bang te zijn.

Direct daarna kwam een andere engelenboodschap in de vorm van een bijbelvers uit de Christian Science bijbelles van die week in mijn gedachten: “Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar. Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden” (NBV, Psalmen 139:7-10). De prachtige belofte dat Gods rechterhand ons allen vasthoudt kalmeerde mij en gaf mij een diep gevoel van vrede. De paniek die ik zojuist nog voelde, begon te verdwijnen.

Toen vulde een derde engelenboodschap mijn denken. Het waren de woorden die Christus Jezus tegen zijn discipel Petrus had gesproken toen Petrus bang werd terwijl hij op het water liep: “Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?” (NBV, Mattheüs 14:31). Die laatste boodschap was precies wat ik nodig had. Ik begreep dat ik volkomen op God moest vertrouwen en niet moest twijfelen aan de afloop.

Mijn denken was nu volledig gevuld met deze drie engelenboodschappen. Een wonderbaarlijk gevoel van vrede doorstroomde mijn gehele wezen zoals ik nog nooit eerder in mijn leven had ervaren. De omstandigheden om mij heen waren niet veranderd, maar mijn denken had wel een verandering ondergaan: Ik wist nu zeker dat mijn zoon veilig zou zijn en dat onze almachtige Vader-Moeder God ons zou redden. Dit was niet zomaar ‘wishful’ positief denken van mijn kant, maar een diepgevoeld vertrouwen dat gebaseerd was op de vele keren dat ik Gods genezende en reddende macht al eerder aan het werk had gezien in mijn leven.

En plotseling, alsof een onzichtbare hand mijn zoon van onder water leidde, zag ik dat hij uit de hoofdstroom naar de rivieroever werd geduwd. Op het zelfde ogenblik kwam er een man uit het bos tevoorschijn en liep het water in, een klein stukje verder rivierafwaarts. Hij keek net op tijd op om te zien dat mijn zoon snel zijn richting uitdreef. Beseffend dat mijn zoon in gevaar verkeerde, reikte hij naar hem uit en trok hem uit het water. Het volgende moment werd ook ik uit de stroom naar die man geduwd. Hij reikte uit en greep mijn arm en hielp ons toen beiden naar de rivieroever, terwijl hij mijn zoon over zijn schouder droeg.

Hoewel mijn zoon een aantal minuten onder water was geweest, maakte hij het goed. In feite waren we allebei veilig en ongedeerd. Mijn vrouw en dochter die ons langs de rivier rennend hadden gevolgd, voegden zich verheugd bij ons. Ook zij hadden gebeden.

De man vertelde ons: “Ik weet niet waarom ik vandaag naar deze plek in de rivier kwam, maar God zij dank dat ik dit deed!” En wij allen dankten God. Korte tijd later vond ik een verklaring van Mary Baker Eddy in Miscellaneous Writings 1883-1896 die precies weergeeft wat er die dag gebeurde: “De psalmdichter zegt: ‘Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen.’ God geeft je Zijn geestelijke ideeën, en op hun beurt voorzien zij in je dagelijkse behoeften. Vraag nooit voor de dag van morgen: het is genoeg dat de goddelijke Liefde een altijd-tegenwoordige hulp is; en als je wacht en nooit twijfelt, zal op elk moment in alles wat je nodig hebt worden voorzien” (blz. 306-307).

Edward N. Sage
Antioch, Californië, V.S.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.